ie Luchtvaartregiment echter geheel uit. De achter de vijf militaire hangars gelegen garages en de infanterie- legeringsbarak, hadden van het bombardement weinig te lijden gehad. Hangar A en de zuidelijke zijde van de Fokkerloods waren licht beschadigd. Hangar B had enige voltreffers gekregen en was aan de zuidoostelijke zijde geheel uitgebrand; de in deze hangar geparkeerde K.L.M.-toestellen waren alle min of meer ernstig beschadigd. Hangar G was door een serie bommen getroffen, wat tot gevolg had dat de daar voor revisie gestalde T V, no. 851, in vlammen was opgegaan en de in deze hangar aanwezige vliegtuigen van de Nationale Luchtvaartschool (N.L.S.) - zowel door het vuur als door bomscherven - grote schade hadden opgelopen. De voor ge noemde hangar (ter bewapening) geparkeerde T V, no. 863, was door bomscherven, doorzeefd, evenals de voor motoren-revisie (zonder motoren) in de militaire hangar I gestalde T V, no. 857. Hangar D, die was ingericht als centrale werkplaats had het meest geleden. Hier gingen drie Douglas DC-3 toestellen van de K.L.M. en de Focke Wulff-Fw 58 B-2 ('Weihe'), no. 199, van de school voor opleiding van vliegers op meer-motorige vliegtuigen (Texel) door brand verloren, terwijl een aantal andere DC-3'n ernstige schade opliep. Het ketelhuis van de centrale verwarming voor het gehele complex was door een voltreffer vernield. Huize 'Kraaijveld' liep slechts glasschade op. Van de militaire hangar I waren de zijgebouwen door een voltreffer verwoest en de parachutekamer door een niet-ont- plofte bom beschadigd. De hier gevestigde bureaus, alsmede de eigenlijke hangar ruimte waren niet getroffen, hoewel zij door bomscherven waren doorzeefd, waar door - zoals vermeld - de TV, no. 857, zeer ernstig was beschadigd. Zoals reeds bekend, was een in deze hangar uitgebroken brand doorheteigenpersoneelgeblust. De militaire hangar II had slechts lichte schade bekomen en de hier opgeslagen munitie- en bommenvoorraad van de Bom. V. A. was nog geheel intact. Een groot aantal bommen was neergekomen nabij de noordoostelijke en zuidwes telijke begrenzing van het landingsterreinde startbanen waren echter volkomen onbeschadigd. Bommen van zwaar kaliber hadden het betonnen platform zwaar gehavend en het terrein bij de hangars omgeploegd. Eerst nadat de betonbrokken waren opgeruimd en de bomkraters opgevuld, kon dit gedeelte van het vliegpark weer worden ge bruikt. De electrische toevoerleiding naar het zuidelijke gedeelte van het luchthavencom plex was vernield bij de motorafdeling, ter hoogte van hangar D, hetgeen eveneens het geval was met de waterleiding. De terreinverlichting was nog slechts gedeelte lijk intact. Zoals reeds eerder vermeld, werden wel bomaanvallen gedaan op de militaire centraalpost en het vaste militaire radiostation, alsmede op het aan de 135

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 149