ie Luchtvaartregiment Spaarnwouderdwarsweg gelegen Rijksradiostation, doch zij werden niet getroffen. Nadat de schade was opgenomen, bleek dat deze weliswaar zeer ernstig was, doch dat verschillende getroffen gebouwen en hangars na opruiming weer geschikt zouden zijn om gebruikt te worden als werk- en stallingsruimte. Vele door het bombardement vernielde telefoonverbindingen konden echter niet tijdig meer worden hersteld, zodat nadien van ordonnansen moest worden gebruik gemaakt. De gevechtsopstellingen en schuilplaatsen hadden geen directe bomtreffers ont vangen en het landingsterrein was, zelfs voor grote vliegtuigen, zeer goed bruik baar gebleven. Een nauwkeurige telling wees uit, dat de vijand ongeveer 600 bommen op en rond om het vliegpark had afgeworpen. Wel een duidelijk bewijs voor de hevigheid, waarmede de aanval was uitgevoerd. De reorganisatie van de vliegparkverdediging en de verplaatsing van de 2eJa.V.A. Onmiddellijk na de aanval namen de vliegparkcommandant, de G.-i Lv.R en de C.-I-i Lv.R. maatregelen om hun voorbereide commandoposten in Badhoeve dorp te betrekken. Kapitein-vlieger J.G. Sissingh, de G.-Bom. V.A., verplaatste zijn commandopost in de loop van de morgen van de militaire hangar I naar de boerderij 'de Eersteling' en later op de dag eveneens naar Badhoevedorp. De C.- 2-II-1 Lv.R. (2eJa.V.A.) handhaafde voorlopig zijn commandopost in de militaire hangar 3. In de namiddag werd de 2e Ja.V.A. op bevel van de C.-Lvd. overgeplaatst naar het hulpvliegveld Buiksloot, in verband met de concentratie aldaar van de resten van de ieende 2eJa.V.A. In opdracht van de vliegparkcommandant werden de tot het vliegpark behorende benzine- en olieauto's gestald bij boerderijen in de omgeving van de Vijfhuizer- dwarsweg, terwijl het in de Ringvaart bij genoemde dwarsweg gelegen tankschip op zijn last in de loop van 10 mei werd gecamoufleerd. In het vervolg zouden de benzineauto's hun voorraad nog alleen bij duisternis uit het tankschip mogen aan vullen. Reeds spoedig na de aanval besloot de vliegparkcommandant de onder zijn bevel staande buitenverdediging te reorganiseren. Om 6.45 vroeg hij de Garnizoenscom mandant Amsterdam telefonisch om versterking van de vliegparkbezetting en ver zocht tevens de voor dit doel afgestane troepen te dirigeren naar Badhoevedorp. Vervolgens bracht hij in de buitenverdediging de volgende wijzigingen tot stand (zie kaart no. 3) 136

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 150