ie Luchtvaartregiment e Om 7.30 meldden zich bij de vliegparkcommandant twee secties van de 6e Compagnie Politietroepen, onder bevel van de eerste-luitenant H.J. v.d. Molen; zij waren als versterking gezonden door de Garnizoenscommandant Amsterdam. Eén sectie werd opgesteld in de omgeving van de boerderij 'Hugo de Groot', met front naar het vliegpark, terwijl de andere sectie stelling nam aan de Spaarnwouder- dwarsweg, ter hoogte van het Rijksradiostation, met front zuidwest. In opdracht van de vliegparkcommandant namen beide secties omstreeks het middaguur een nieuwe positie in bij de boerderij 'de Koekoek', met front zuid. Zij bleven daar tot omstreeks 17.00 en moesten toen weer ter beschikking van de Garnizoenscomman dant Amsterdam worden gesteld. Toen de B.C. om 7.00 zijn twee secties bataljonsreserve moest afstaan aan de vlieg parkcommandant, onttrok hij aan elk van de lt.mitr. groepen van 2-I-25 R.I. twee man en formeerde uit deze manschappen een nieuwe reserve. Hij verplaatste zijn commandopost naar de betonnen schuilplaats ten zuiden van hangar E en stelde hier tevens de commandowagen op van het hem ter beschikking staande peloton pantserwagens. Met deze wagen moest de zich hier bevindende zuidelijke toegang tot het vliegpark worden bewaakt. De enkele lt.mitr.groepen, die waren opgesteld tussen de gebouwen, verplaatste hij met het oog op mogelijke nieuwe bombarde menten van het gebouwencomplex meer naar het noordwesten. Voorts werd een zw.mitr. aan de oostelijke zijde van de Ringvaart ongeveer ter hoogte van zijn commandopost - opgesteld ter bescherming in de rug, terwijl de commandopost van de commandant van het linkervak tenslotte werd verplaatst naar de wachtbarak van het 17ePel.Lu.Mitr. Na het hiervoren beschreven bombardement werd het vliegpark op 10 mei niet meer aangevallen en evenmin op de volgende gevechtsdagen. Wel werd herhaalde lijk luchtalarm gemaakt voor overvliegende vijandelijke vliegtuigen en voor een vermeend optreden van valschermtroepen. Meermalen rukte de motormitrailleurgroep en éénmaal zelfs een pantserwagen uit om de juistheid van binnengekomen berichten, omtrent de aanwezigheid van val schermtroepen of verdachte elementen in de omgeving van het vliegpark, nader te onderzoeken. Bij de staven en onderdelen van de vliegparkbezetting heerste na het bombarde ment een nerveuze spanning, die in de loop van de dag toenam toen berichten binnenkwamen omtrent het optreden van vijandelijke luchtlandings- en val schermtroepen in andere delen van het land. Naarmate de algemene militaire si tuatie verslechterde en naargelang - evenals op zovele andere plaatsen - ook op dit vliegpark de wilde geruchten en z.g. 'betrouwbare' berichten over gelande val schermtroepen, verraadplegende elementen, verdachte lichtverschijnselen e.d. ver meerderden, werd de zenuwachtige stemming erger. *39

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 153