ie Luchtvaartregiment
Badhoevedorp na het invallen van de duisternis herhaaldelijk hoorde schieten, kon
niemand ontdekken waar dit vuren vandaan kwam. De onzekere toestand en de vele
geruchten noodzaakten tot voortdurende waakzaamheid en het herhaaldelijk uit
zenden van patrouilles. Hierdoor bleven de spanning en de onrust voortbestaan,
waardoor de onderdelen langzamerhand in een toestand van lichamelijke en gees
telijke uitputting geraakten. Toen op 14 mei tegen 19.00 bekend werd, dat de wa
pens moesten worden neergelegd, luidde dit bericht voor velen ook de eerste wer
kelijke rust in.
De luchtdoelbestrijdingsmiddelen die bij het vliegpark waren opge
steld
Van de luchtdoelbestrijdingsmiddelen van de Lvd.Kr. Amsterdam waren de 16ie
Bt.Lu.A., alsmede het 16e, het 17e en het 19e Pel.Lu.Mitr., aangewezen om het
vliegpark te beschermen tegen luchtaanvallen op lage hoogten, terwijl de bij Bo
venkerk opgestelde 8e Bt.Lu.A. was belast met o.m. de bewaking van de hogere
luchtlagen boven Schiphol. Rond de stukken van de 161e Bt.Lu.A. en het 16e en
het 19e Pel.Lu.Mitrs. waren aarden wallen opgeworpen ter bescherming van het
personeel en het materieel tegen luchtaanvallen. Bij gebrek aan hout had men de
taluds van deze wallen opgezet met balen geperst stro. De vier mitrs. M.25 van het
17e Pel.Lu.Mitr. stonden daarentegen ongedekt in stelling.
In geval van een vijandelijke landing op het vliegpark zouden het 17e en het 19e
Pel.Lu.Mitrs. tevens vuur moeten uitbrengen op het landingsterrein. Bij het op
maken van het vuurplan voor de onderdelen van de binnenverdediging was met
deze vuursteun rekening gehouden. Het 16e Pel.Lu.Mitr. zou vuur moeten kunnen
afgeven op eventueel ten oosten van de Ringvaart gelande valschermtroepen. Bij de
8e Bt.Lu.A., die plm. 2km ten zuidoosten van het vliegpark was opgesteld, liet de
Bt.C. de beschermende wallen rond de stukken en de vuurleidingsgroep in de loop
van de morgen van 1 o mei verstevigen, waarbij op ruime schaal gebruik werd ge
maakt van de aanwezige zandzakken.
Vooral de 161e Bt.Lu.A. en het 19e Pel.Lu.Mitr. hadden het bij de vijandelijke
luchtaanval op het vliegpark Schiphol zwaar te verduren.
In de vroege morgen van 10 mei opende het ige Pel.Lu.Mitr. omstreeks 3.58 met
zijn 2 cm vuurmonden het vuur op de laagvliegende, uit het noordwesten komende
vliegtuigen. De bediening van één van de mitrailleurs werd door de Pel.G. uitge
stuurd om meer munitie voor de 2 tl. vuurmonden op te halen. Nauwelijks waren de
mannen vertrokken of een bom trof de mitrailleurkuil, waardoor zowel de mitrail
leur als de affuit en de tegen de kuil staande hoogtemeter werden vernield. Een
Ï41