*43 ie Luchtvaartregiment naar de omgeving van de boerderij 'de Koekoek' en was op 11 mei bij het aanbreken van de dag vuurgereed Op last van de C.-Lvd. werden de luchtdoelbestrijdingsmiddelen bij Schiphol op 11 mei versterkt met de 24e en de 165e Bt.Lu.A., beide afkomstig van het Depot Luchtdoelartillerie. De 24e Bt.Lu.A. kwam in de loop van de middag in stelling op 2 km ten oosten van Halfweg en was om 19.00 gereed om te vuren, terwijl de 165e Bt.Lu.A. zich bij het invallen van de duisternis opstelde op ongeveer 2 km ten zuidwesten van het vlieg- parkbij de 'Hoeve Dankbaarheid'. In de loop van 11 mei werden op verschillende hoogten talrijke vijandelijke vlieg tuigen waargenomen; de grootste activiteit in de lucht lag tussen 4.00 en 8.00. Evenals op 10 mei, was ook in de morgen van 11 mei het vliegweer bijzonder guns tig. Na 12.00 nam de bewolking op de lagere hoogten weer toe. De vijand bepaalde zich op deze dag echter slechts tot luchtverkenning en viel het vliegpark niet aan. Deze geringe gevechtsactiviteit boven het vliegpark duurde tot 14 mei. Het perso neel der luchtafweeronderdelen kreeg hierdoor de gelegenheid om op verhaal te komen, waardoor tevens het materieel, de munitie en de verbindingen naar be horen konden worden verzorgd. Op 14 mei werd omstreeks 15.00 een aantal vliegtuigen, dat binnen vuurbereik kwam, door de 8e en de 24e Bt.Lu.A. onder vuur genomen. Vrij onverwacht vielen drie vijandelijke toestellen de 8e Bt.Lu.A. aan. Hoewel beide batterijen een hevig afweervuur onderhielden en de toestellen waren omringd door de springpunten der ontploffende granaten, zetten zij hun aanval door en wierpen hun bommen op de batterijstelling. Twee bommen troffen de keuken en de autobewaarplaats, die in brand raakten, terwijl voorts een aantal in de omgeving van de batterij staande woonhuizen door voltreffers werd vernield. Dank zij de aanwezige dekkingen bleven alle stukken en instrumenten in de batterij opstelling gespaard en werd slechts één man gewond. Van de buiten de stelling vertoevende manschappen sneuvelden één sergeant en twee soldaten. Naast de in brand geraakte keuken bevond zich een munitie-opslagplaats, die erns tig door het vuur werd bedreigd. Hoewel een ieder nog zeer onder de indruk was van het bombardement en het sneuvelen van enige kameraden, werd onmiddellijk door het personeel een lange rij gevormd naar de bedreigde plek om zodoende de munitievoorraad, die van man tot man werd doorgegeven, uit de omgeving van de brand weg te halen. Men slaagde er daardoor in de munitie tijdig naar een veiliger plaats over te brengen, waardoor een groot onheil voor het batterij personeel en de omwonenden werd voorkomen. Tijdens de terugtocht van het Veldleger op het Oostfront van de Vesting Holland, die van 13 op 14 mei plaats vond, was 3-70 Comp.Lu.Mitr. van zijn compagnie af geraakt en verdwaald. De pelotonscommandant kreeg op 14 mei telefonisch con-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 157