ie Luchtvaartregiment tact met de C.-Lvd.Kr. Amsterdam. Deze stelde het peloton onder zijn bevelen en liet het in stelling komen ten noorden van het vliegpark, bij de boerderij 'Welden horst Omstreeks 13.00 stond het peloton daar opgesteld en was gereed om weer te vuren. De gevechtsacties van de Bombardeervliegtuig Afdeling1 Het door de C.-Lvd. op 10 mei 1940 om 1.10 uitgegeven bevel, dat de vliegtuigen van de Bom.V,A. van 3.00 afgereed moesten zijn om onverwijld op te stijgen2, had de C.-Bom.V.A., kapitein-vlieger J.G. Sissingh, doen besluiten zijn afdeling onmid dellijk te alarmeren. De negen gevechtsgerede T V vliegtuigen, nl. de nummers 850, 853, 854, 855, 856, 858, 859, 862 en 865, stonden om 11 o verspreid opgesteld aan de noordelijke zijde van de autosnelweg 's-Gravenhage - Amsterdam3. Onder leiding van de technisch officier van de afdeling werden de vliegtuigen tussen 2.30 en 3.00 naar het vliegpark gerold en aan de noordoostelijke zijde van het park zó opgesteld, dat zij onmiddel lijk konden starten. Rechts van de afdeling stonden de gevechtsgerede D XXI vliegtuigen van de 2e Ja.V. A. De T V'n waren gegroepeerd in drie patrouilles van drie toestellen, die zich na de start respectievelijk boven Haarlem, boven Aalsmeer en boven Buiksloot moesten verzamelen, wanneer althans tevoren geen andere orders zouden worden verstrekt. Boven deze drie plaatsen aangekomen, dienden de vliegtuigcommandanten nadere, over de radio te geven orders af te wachten. Even vóór 4 00 ontving de C.-2e Ja.V.A., die beschikte over een rechtstreekse tele fonische verbinding met de C.-Jachtgroep te 's-Gravenhage, het bevel 'Opstijgen'. Hij gaf dit bevel onmiddellijk door aan de bemanningen van de T V en de D XXI vliegtuigen en kort daarop startten de toestellen in westelijke en zuidwestelijke richting. De 859, die zich op de zuidelijke vleugel van de opstelling bevond, kwam echter niet van de grond, doordat het hydraulische systeem van het toestel door rond vliegende bomscherven zodanig werd beschadigd, dat van starten geen sprake meer kon zijn. De bemanning verliet daarop het vliegtuig en zocht overhaast dekking in het terrein. Slechts acht T V toestellen kozen derhalve het luchtruim. De Commandant van de Strategische Groep (C.-I-i Lv.R.), de majoor-waarnemer Een overzicht van de gevlogen opdrachten, alsmede van de bemanningen, is opgenomen als bij lage no. 21. 2 Zie voor het telexbericht blz. 118. De negen gevechtsgerede T V'n waren ingedeeld in de volgende patrouilles: Patrouille A, de nos. 854> 853 en 855; Patrouille B, de nos. 859, 862 en 858; Patrouille C, de nos. 865, 850 en 856. Daar naast was er een reserve-patrouille van de met-bewapende nos. 857 en 863. 144

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 158