Ter inleiding
In dit boek wordt de strijd van de Nederlandse luchtverdediging tegen de Duitse
overweldiger behandeld, zoals deze in de periode 10-19 mei 1940 werd gevoerd.
Om het belang van die strijd in het geheel van de oorlog in West-Europa in het
juiste licht te stellen, wordt vooraf het volgende opgemerkt.
Op 12 maart 1937 had kolonel P. W. Best, de latere commandant van het op
1 november 1938 opgerichte Commando Luchtverdediging, in een lezing voor de
'Vereniging ter beoefening van de Krijgswetenschap' reeds gewezen op het belang
van het Nederlandse grondgebied in een toekomstig Europees conflict, zonder daar
bij de mogelijke tegenstander of eventuele bondgeno(o)t(en) van Nederland met
name te noemen. Hij waarschuwde voor de mogelijkheid van een strategische over
val in de volgende bewoordingen
''Een andere mogelijkheid van strategische overvalling is die, waarbij de aanval
ler de overval in de lucht met die op de grond in eerste aanleg rechtstreeks richt
tegen Nederland, om zich aldus in letterlijke zin een jumping off place' te ver
schaffen tegenover de grote tegenstander en daarbij tevens ons land belet aan de
verdere strijd, hetzij in de lucht, hetzij in het terrein of beide een belangrijk werk
zaam aandeel te nemen'
De gebeurtenissen in mei 1940 stelden luitenant-generaal Best volkomen in het ge
lijk en men ontkomt niet aan de indruk, dat deze Nederlandse opperofficier in zijn
verwachtingen omtrent de komende gebeurtenissen onze toekomstige aanvaller
vooruit was, vooral indien men bedenkt, dat Adolf Hitler in het begin van de oor-