ie Luchtvaartregiment nemer B. Swagerman, die de vlucht overleefde, rapporteerde de C.-Bom.V.A. hieromtrent des avonds het volgende. Hij was omstreeks 6.45 van het vliegpark Schiphol gestart en had, nadat hij zijn bommenlast op Ockenburg had afge worpen, met voldoening kunnen vaststellen dat vier van de op dit veld geparkeerde Duitse transportvliegtuigen door het bombardement in lichtelaaie stonden1. De vreugde over het welslagen van de vlucht duurde echter slechts kort, want op de terugweg werd de 855 door een Messerschmitt aangevallen en in brand geschoten. Tussen Terheide en Kijkduin had hij boven zee het toestel per valscherm moeten verlaten en de overige inzittenden hadden - naar hij meende - hetzelfde gedaan. Hij had althans tijdens zijn val nog twee andere bemanningsleden aan hun val schermen zien hangen. Na op ongeveer 500 m uit de kust in zee te zijn terechtgekomen, had hij zich van zijn valschermharnas, leren jas en laarzen kunnen ontdoen en had zwemmend het strand bereikt. Toegesneld personeel van het Regiment Jagers had hem van droge kleding en schoeisel voorzien en daardoor stond hij nu als luitenant van de Jagers voor de C.-Bom.V.A., gereed om de volgende opdracht uit te voeren. De overige bemanningsleden werden helaas vermist. Om 8.00 ontving de C.-Lvd. van de O.L.Z. een bevel van de volgende inhoud: 'Duitsers hebben pontonbrug geslagen bij Heijen (Limburg) en Oef- felt. C.-Lvd. wordt verzocht te bombarderen'. Op grond van deze opdracht ging om 8.29 het volgende bevel naar de C.-Bom.V.A. 'Na opdracht Ockenburg onverwijld bombarderen pontonbruggen bij Heijen en Oeffeit'. Voorts kwam om 8.55 bij de C.-Lvd. van de C.V. het volgende verzoek binnen: 'Verzoeke - nu het nog tijd is - dringend vernieling van spoorbrug bij Oeffeit en pontonbrug bij Heijen (bij Boxmeer) Toen de C.-i Lv.R. om 10.25 meldde dat er om 11.00 vier a vijf TV'n gereed zouden staan voor de gevraagde bombardementsvlucht, werd hem door de C.-Lvd. mede gedeeld, dat met starten moest worden gewacht tot nadere bevelen zouden zijn ont- vangen. De toestand bij Rotterdam was door het verlies van Waalhaven namelijk zodanig verslechterd, dat de O.L.Z. ernstig overwoog de voor het bombarderen van de bruggen bij Oeffeit en Heijen bestemde vliegtuigen thans in te zetten tegen Waalhaven, teneinde dit vliegpark onbruikbaar te maken voor de landing van transportvliegtuigen. En inderdaad ontving de C.-i Lv.R. niet lang daarna de op- Het waren de hierdoor veroorzaakte rookzuilen, die de bemanningen van de even later ver schijnende 854, 856 en 862 de weg naar het doel wezen. 148

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 162