ie Luchtvaartregiment
vliegpark Waalhaven nog steeds voortduurden, gaf de C.-Lvd. op 11 mei om 9.20
aan de C.-Bom.V.A. de opdracht om de noordelijke Maasbrug voor gewoon ver
keer te laten bombarderen door de twee overgebleven T V'n. Zij zouden worden be
geleid door drie D XXI toestellen1.
Het vernielen van bedoelde brug zou het oprukken van de Duitse troepen naar de
noordelijke Maasoever ernstig belemmeren, wat het moreel van de Nederlandse
verdedigers op deze oever zeer ten goede zou komen.
De 850 (Wildschut-Pool) en de 856 (Knage - Koch) startten om 10.10. Zij klom
men naar 1 000 m en zetten met de begeleidende D XXI'n gezamenlijke koers naar
Rotterdam. Ter hoogte van de Maasbruggen gekomen, wierpen zij hun bommen af
boven het opgegeven doel. Van de acht door de 850 afgeworpen bommen van 50 kg
kwamen er twee in het water terecht, één kwam vlak voor de brug op de Maaskade
neer, terwijl de overige vijf op het westelijk deel van het Noordereiland insloegen,
waar zij een grote ravage aanrichtten en paniek zaaiden onder de burgerbevolking.
Als vermoedelijk gevolg van dit bombardement, brak er in het door de vijand be
zette gebouw van de 'Rhea' een hevige brand uit, die al spoedig oversloeg op de be
lendende percelen.
De acht bommen van de 856 kwamen op geringe afstand van de brug in het water
terecht.
Na het bombardement doken beide vliegtuigen onmiddellijk omlaag en vlogen op
lage hoogte naar Schiphol terug. Vijandelijke vliegtuigen werden onderweg niet
waargenomen.
Toen de Commandant van de Strategische Groep de C.-Lvd. ervan in kennis stel
de, dat de onderneming tegen de noordelijke Maasbrug geen resultaat had opge
leverd, kreeg hij om 11.30 opdracht om het bombardement met dezelfde T V'n te
laten herhalen. Ook ditmaal zouden zij tijdens hun vlucht door drie D XXI'n
worden begeleid, nl. de nos. 213, 242 en 225 (zie bijlage no. 24).
Om 13.02 startten de 850 en de 856 opnieuw, nu met andere bemanningen, n.l. de
850 (Verhage - Mulder) en de 856 (Swagerman - Eilders). Nadat het beloofde
jager-eseorte zich boven Buiksloot bij hen had aangesloten, koerste het groepje - ge
leidelijk klimmend naar 1 200 m - naar Rotterdam. Om de trefkans te vergroten,
deden de T V'n ditmaal hun aanval op het zo uitermate smalle doel in duikvlucht.
Deze duik werd tot op 700 m hoogte doorgezet, waarna de toestellen elk acht bom
men van 50 kg afwierpen. Ook deze bommen troffen het opgegeven doel niet.
Op de terugweg werd de formatie onderschept door twaalf Me's 110. De T V'n
stelden zich met hun achterbewapening zo goed mogelijk te weer en het gelukte
aan de staartschutter van de 850 om één Messerschmitt neer te schieten. Daarna
werd het toestel, dat meerdere treffers had ontvangen, echter onbestuurbaar, zodat
1 Nl. de nos. 213, 224 en 236. Zie bijlage no. 24 en deel b van dit hoofdstuk.
150