Ter inleiding log, die op i september 1939 werd ingeluid met de aanval op Polen, slechts een ma tige belangstelling had voor het Nederlandse grondgebied. Ook vóór die datum reeds, want toen General Felmy, commandant van de Luftflotte 2, Hitier en Goering in 1938 een eigenhandig geschreven studie voorlegde, betreffende de luchtoorlog tegen Engeland, waarin luchtlandingen werden aanbevolen in Noord- België en West-Nederland, kreeg dit plan nauwelijks enige aandacht. In die tijd wenste de Duitse Leider de neutraliteit van Nederland nog te eerbiedigen en had - voor wat het westen betreft - alleen belangstelling voor de directe aanval op Frank rijk. Hierin kwam verandering door de Duitse veldtocht tegen Polen. Het succes van deze veldtocht, die op 18 september 1939 als geëindigd kon worden beschouwd, had voor het westen - inclusief Nederland - enige belangrijke gevolgen. Door deze veld tocht was tevens tussen Hitier en het Oberkommando des Heeres (O.K.H.) een controverse ontstaan, die tot gevolg had dat het O.K.H. langzamerhand zijn in vloed op de besluitvorming verloor en de besluiten in wezen tenslotte alleen door Hitier werden genomen. Daar gebleken was, dat hij het met zijn - tegen het O.K.H. in volgehouden - me ning, dat de westelijke mogendheden in een oorlog tussen Duitsland en Polen niet zouden ingrijpen, gelijk had gekregen, was de Duitse Leider overtuigd geraakt van de geringe kracht van zijn westelijke tegenstanders. Voorts had zijn vertrouwen in het O.K.H. ernstig geleden, terwijl zijn geloof in eigen juist inzicht was versterkt. Veel meer dan voorheen legde Hitier daarom het accent op zijn functie van Ober- befehlshaber der Wehrmacht en nam zijn beslissingen alleen nog in overleg met de leden van het Oberkommando der Wehrmacht (O.K.W.), zijn persoonlijke staf, zonder het O.K.H. hierin nog te kennen. De Duitse legerleiding werd hierdoor ge degradeerd tot een soort technische staf, alleen geschikt om genomen besluiten in noodzakelijke bevelen uit te werken. Afgezien van zijn tegenwerpingen in de zaak van de veldtocht tegen Polen, maakte het O.K.H. in dit opzicht later een nog ernstiger fout, waardoor het pleit voorgoed in zijn nadeel werd beslecht. Het gaf in de tweede helft van september 1939, toen het einde van de Poolse veldtocht in zicht kwam, aan General H. von Stülpnagel opdracht een studie te maken over de mogelijkheid de oorlog in het westen voort te zetten. Diens conclusie was, dat het leger - gelet op zijn materiële uitrusting - niet vóór 1942 gereed zou zijn om met kans op succes de Maginot-linie aan te vallen en te doorbreken. Hij was er van overtuigd, dat Duitsland op dat moment niet in staat was in het westen een beslissing te forceren en dat elke aanval zou verzanden in een stellingenoorlog. Hij achtte het daarom beter vooralsnog defensief een af wachtende houding aan te nemen. Als bijzonderheid tekent Generalfeldmarschall E. von Manstein in zijn boek 'Verlorene Siege' hierbij nog aan: 'Die Möglichkeit ihrer Maginot-linie) Umgehung durch Belgien und Holland hatte er nicht in 2

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 16