ie Luchtvaartregiment de rug van het nog strijdende Veldleger zijn geweest en daaraan is op het hoogste niveau zelfs niet gedacht. Het vertrek van de vliegscholen staat hier uiteraard buiten. Dat een en ander van hetgeen werkelijk werd voorbereid als 'ware geruchten' door sijpelden naar lagere regionen, kon niet worden voorkomen. De 'vertaling', die afdelingscommandanten en hun luchtvarend personeel aan deze geruchten gaven en die - waar ook in dit geval de wens weer de vader van de gedachte was - meestal neerkwam op 'de uitwijking naar Engeland wordt voorbereid', blijft voor rekening van de 'vertalers'. Dat later de I.M.L. werd verweten, dat hij niets had gedaan om de uitwijking van luchtvarend en technisch personeel naar Engeland voor te be reiden en te regelen, is dan ook volkomen absurd. Het is voorts duidelijk dat verschillende maatregelen en omstandigheden bij de af delingen en op de vliegparken door de afdelingscommandanten en het luchtvarend personeel - onder deze omstandigheden - zodanig werden uitgelegd, dat zij het ten onrechte ingenomen, eigen standpunt versterkten. Dat contacten hierover tussen hogere en lagere commandanten, die - zoals gezien - vanzelfsprekend van verschillend standpunt uit redeneerden, uitliepen op een volkomen wanbegrip, is zonder meer duidelij k. In dit licht moeten nu ook de gebeurtenissen op Schiphol worden gezien. Toen op x 3 mei bleek, dat de strijd voor Nederland ongunstig zou aflopen, heeft men de organisatie van het vervoer naar Engeland blijkbaar met ernst ter hand ge nomen, want op deze dag diende de G.-iLv.R. op verzoek van de I.M.L. tenmin ste een opgave in van personeel van de Bom.V.A., dat voor vertrek naar Engeland (om materieel op te halen) in aanmerking kwam1. Op 14 mei moest een nieuwe opgave worden ingediend, omdat de vorige niet juist was. Hoewel dit later werd uitgelegd als een overdreven bureaucratie om de zaak op te houden, mag op grond van het vorenstaande toch wel worden aangenomen dat de ingediende opgave inderdaad onjuist en vermoedelijk onbruikbaar was. Ge let op het tweeërlei standpunt, zal de ingediende opgave wel de namen en bijzonder heden hebben bevat van alle vrijwilligers, terwijl de I.M.L. alleen de naam en gegevens nodig had van de vrijwilligers, die nodig en geschikt waren de taak te verrichten, waarvoor zij naar Engeland zouden moeten vertrekken. Met spoed werd toen een nieuwe lijst vervaardigd en per motorordonnans naar 's-Gravenhage gezonden. Voorts richtte de C.-1 Lv.R. zich op deze dag enige malen telefonisch tot de I.M.L. en tot het Co.Lvd. met de vraag of er personeel mocht vertrekken met de twee op Schiphol gereedstaande Douglas DC-2 toestellen van de K.L.M., die daar - ingevolge de opdracht van de C.-Lvd. - ter beschikking waren 1 Dat de Bom.V.A. het eerst in aanmerking kwam is duidelijk, omdat deze afdeling niet meer over vliegtuigen beschikte. 156

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 170