ie Luchtvaartregiment wachtende houding moest worden aangenomen, omdat er slechts sprake scheen te zijn van een massale schending van de Nederlandse neutraliteit. De officieren hadden in de longroom van het vliegkamp geluisterd naar de stroom van luchtwachtmeldingen, die door de radio werd omgeroepen. De algemene in druk bij commandant en vliegers was, dat er een grote aanval op Engeland werd ondernomen. De vliegers zouden ongetwijfeld spoedig de opdracht ontvangen er achteraan' te gaan. Even vóór 4.00 achtte de G.-ie Ja.V.A. de toestand in het luchtruim echter zó ver ontrustend, dat hij opnieuw over de directe lijnverbinding de C.-Jachtgroep te 's-Gravenhage opbelde. De verbinding kwam onmiddellijk tot stand. Hij kreeg van de dienstdoende officier echter het verzoek om even aan de lijn te blijven. Terwijl hij wachtte, ving hij een deel op van een telefoongesprek dat uit de commandopost van de C.-Jachtgroep werd gevoerd over een andere lijn en waaruit hij opmaakte, dat op dat ogenblik een van de vliegparken werd gebombardeerd1. Het bij toeval gehoorde bracht de C.-ie Ja.V.A. er toe de verbinding te verbreken en zijn vliegers - op eigen initiatief - bevel te geven ogenblikkelijk te starten, met de woorden: 'Onmiddellijk opstijgen'. De vliegers renden naar hun gereedstaande 'kisten' en reeds om 3.59 waren alle elf toestellen in de lucht, waar zij zich op 1 500 m hoogte formeerden tot de patrouilles, waarin ook tijdens de oefeningen steeds werd gevlogen Fokker-D XXI, no. 218. (Ie lt.-vl. F.L.M. Focquin de Grave, commandant) Fokker-D XXI, no. 219. (res. 2e lt.-vl. H.J. van Overvest) Fokker-D XXI, no. 241 res. 2e lt.-vl. J. W. Th. Bosch) Fokker-D XXI, no. 234. (res. 2e lt.-vl. B. van der Stok, commandant) Fokker-D XXIno. 2 2 3 (wachtm.-vl. J. van Z^en) Fokker-D XXI, no. 244. (wachtm.-vl. W. Hateboer) Fokker-D XXI, no. 221 (res. 2e lt.-vl. H. Doppenberg, commandant) Fokker-D XXI, no. 233. res. sergt.-vl. G. Slag) 1 Met grote zekerheid kan worden aangenomen, dat het hier ging om het vliegpark Waalhaven. 160

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 174