ie Luchtvaartregiment loo km/u sneller was dan de Fokker-D XXI. Alleen luitenant Van Overvest, die toen vooraan vloog, vuurde nog een vrij lang salvo af, zonder echter te treffen. Nadat de patrouille 'Kleuter' zich weer had verzameld, keerde zij terug naar het vliegkamp De Kooy. De patrouille Doppenberg verliet na enige tijd eveneens de omgeving van het vliegkamp om boven de Afsluitdijk te patrouilleren. Nadat luitenant Focquin de Grave naar Bergen was vertrokken, keerde luitenant Doppenberg met zijn pa trouillegenoten naar De Kooy terug, waar nog even werd gepatrouilleerd. Op haar beurt vloog de patrouille Doppenberg nu in de richting Texel, maar bij haar po ging De Vlijt te gaan verkennen werd zij boven het Marsdiep zo hevig door Hr.Ms. torpedobootjager'Jan van Galen' beschoten, dat zij naar De Kooy moest terugkeren. Toen de van Bergen terugkerende jagers boven De Kooy arriveerden, waren de overige jagers bezig te landen en gedeeltelijk reeds geland om benzine in te nemen. Het waren de patrouilles Doppenberg (Doppenberg - Slag - Smits) en Huddleston Slater (Huddleston Slater - Tuininga) èn luitenant Van der Stok1. De vliegtuigen werden onmiddellijk bijgetankt, terwijl ook de munitievoorraad - voor zover ver schoten werd aangevuld. Zodra deze zes vliegtuigen weer waren gestart, kreeg ook luitenant Focquin de Grave toestemming met zijn patrouille te landen. Als eerste zette luitenant Focquin de Grave de landing in. Tijdens het binnenzwe ven keek hij - opmerkzaam gemaakt door gewenk van het grondpersoneel - om en ontdekte negen Me's 109, die uit de richting Huisduinen het vliegkamp aanvielen. Hij keerde onmiddellijk en vloog de Messerschmitt's tegemoet, waarbij hij op 4 m het toestel van luitenant Bosch miste, die na hem de landing had ingezet. Ook luitenant Bosch had de vijandelijke vliegtuigen niet opgemerkt en zette de landing door. Tijdens de landing werd zijn toestel (241) in brand geschoten; hij zelf zag kans ongedeerd uit het vliegtuig te komen. Toen de Me's 109 aanvielen, werden zij op hun beurt onmiddellijk aangevallen door de luitenants Huddleston Slater en Tuininga, bij wie zich na zeer korte tijd luitenant Focquin de Grave aansloot. Luitenant Van Overvest maakte als laatste van de patrouille 'Kleuter' zijn voorbe reidingen voor de landing. Achterom kijkend zag hij dat er vier Me's 109 'op zijn staart zaten'. Met vol gas trok hij zijn toestel steil op om zich even later ook in het gevecht te mengen. Daarna stortte luitenant Van der Stok zich in de strijd2. Als laatsten mengden luitenant Doppenberg, sergeant Slag en sergeant Smits zich 1 Zoals bekend, waren Van Zuylen en Hateboer op dat tijdstip niet meer aanwezig. 2 Dit is vermoedelijk de volgorde geweest, want luitenant Van der Stok zegt in zijn rapport, dat hij zich mengde in een gevecht van vijf tegen negen. 165

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 179