ie Luchtvaartregiment
in het gevecht. Deze patrouille moest eerst via de radio worden teruggeroepen,
omdat zij juist een Junkers-Ju 52 achtervolgde.
Er ontwikkelde zich nu een verwoed luchtgevecht van 9 Me 109 jachttoestellen
tegen 8 D XXI jagers. Het begon omstreeks 4.50 en duurde nog geen kwartier. In
dit gevecht wisten de D XXI'n hun geringere snelheid goed te compenseren door
hun grotere wendbaarheid. De negen Me's 109 cirkelden in wijde bochten om de
Nederlandse jachttoestellen heen, maar de D XXI'n gaven geen krimp en dekten
elkaar zo goed mogelijk in de rug. Zodra een Me 109 een D XXI attaqueerde, kon
men er zeker van zijn dat een andere D XXI op zijn beurt deze Messerschmitt
'op de staart zat'. De Nederlanders bleven overwinnaars in dit met practisch gelijk
waardige krachten gestreden luchtgevecht. Onder meer had in hun voordeel ge
werkt, dat de Duitse piloten bij een frontale aanval, waarbij de tegenstanders recht
op elkaar invlogen, zeer slecht bleken te schieten.
Luitenant Van Overvest dwong de commandant van de Duitse formatie, Haupt-
mann Robitsch, door een gelukkige voltreffer in het motor-koelsysteem het
gevecht af te breken. Deze was toen genoodzaakt snel een geforceerde buiklanding
te maken op het vliegkamp De Kooy, voordat zijn motor warm zou lopen en stop
pen. Zijn toestel, 'der Alte' genaamd, werd licht beschadigd en is later verbrand.
Robitsch werd krijgsgevangen gemaakt1. Bij zijn gevangenneming vroeg hij 'Wa-
rum leisten Sie Widerstand?' Op de minachtende glimlach, die hij als antwoord
ontving, zei hij ter verontschuldiging'Ich habe es nicht gewollt'.
Luitenant Van der Stok en sergeant Smits schoten elk één Messerschmitt brandend
neer, terwijl luitenant Doppenberg één Messerschmitt neerschoot, die zwaar be
schadigd in de Wieringermeer terecht kwam. Met zekerheid werden derhalve vier
Me's neergeschoten.
Luitenant Focquin de Grave wist een andere Duitse jager zó ernstig te treffen, dat
deze het gevecht afbrak en al hoogte verliezend - in oostelijke richting verdween.
Dit toestel heeft later (met 25% beschadiging) een noodlanding moeten maken op
het Duitse waddeneiland Borkum.
Ook luitenant Van der Stok zag kans nog een tweede toestel zo zwaar te bescha
digen, dat het eveneens het gevecht moest afbreken. Ook de overige Nederlandse
jachtvliegers weerden zich geducht en plaatsten verschillende treffers.
De overgebleven drie a vier Duitse vliegtuigen vluchtten daarna in oostelijke
richting. Tijdens dit op ongeveer 4 km ten oosten van het vliegkamp, boven de
Waddenzee gestreden luchtgevecht verloor de ie Ja.V.A. geen enkele machine.
1 Hij is nog vóór de capitulatie van de Nederlandse strijdkrachten per schip naar Engeland over
gebracht.
168