ie Luchtvaartregiment de opdracht de gereedgekomen vliegtuigen naar Buiksloot over te vliegen in de volgende patrouille Fokker-D XXI, no. 218. (Ie lt.-vl. F.L.M. Focquin de Gravecommandant) Fokker-D XXI, no. 244. wachtmeester-vl. W. Hateboer) Zij startten om 19.15 van De Kooy en hadden onderweg nog een ontmoeting met de Fokker-G I, no. 315 (Van Oorschot), die even voor hen van De Kooy was gestart en die zij op het vliegpark Bergen zagen landen. Om 19.35 landden zij op het van hulpvliegveld tot vliegpark geworden Buiksloot, waar de beide vliegers zich voor lopig stelden onder de bevelen van de C.-2e Ja.V.A., kapitein-vlieger P.J.E. Jans- sens, die daar reeds met zijn afdeling was aangekomen. Gedurende de gehele nacht en de daarop volgende morgen werden op De Kooy de herstelwerkzaamheden aan de vier overige D XXI'n voortgezet. De toestellen kwamen in de loop van 11 mei gereed en vertrokken daarop - respectievelijk op 11 mei (nos. 221,240 en 242) en op 12 mei (no. 219)-eveneens naar Buiksloot. De C.- te Ja.V.A. en het grondpersoneel begaven zich per auto naar de nieuwe stand plaats. Het resultaat van de eerste gevechtsdag was, dat bij de ie Ja.V.A. zes D XXI'n waren verloren gegaan, dan wel werden afgeschreven, t.w. de nos. 214 (verbrand), 223, 233 (afgeschreven), 234 (verbrand), 237 (verbrand, doch was niet operatio neel) en 241 (verbrand). Hier stond tegenover, dat zoals bekend door de afde ling zes vijandelijke vliegtuigen werden neergeschoten. Alvorens de beschrijving van de lotgevallen van de ie Ja.V.A. te vervolgen, is het gewenst de lezer inzicht te geven in de ligging, de bewaking, enz. van het hulp vliegveld Buiksloot en in de gevechtsacties van de 2e Ja.V.A. op 10 mei 1940. Het zweefvliegveld ten noorden van het IJ, bij het tuindorp Oostzaan,was tijdens de mobilisatie als hulpvliegveld verkend en had de naam Buiksloot gekregen (zie kaart no. 4). De Commandant van de Vesting Holland had er voor gezorgd, dat het landingsterrein werd versperd met betonnen putringen en in de avond van 9 mei werd een sectie van de 18e Dep.Comp.Bew.Tr. aangewezen om het vliegveld te be waken. De sectie werd gelegerd in een schoolgebouw aan de westzijde van het veld. Se dert enige tijd bevond zich op de bovenverdieping van het gebouw een militaire telefoonaansluiting en hierbij werd een permanente telefoonwacht geplaatst, be staande uit drie man. Het overige personeel verrichtte wacht- en patrouillediensten op het terrein, terwijl de drie lt.mitrs. van de sectie werden opgesteld bij even zo vele hoekpunten van het landingsterrein. 172

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 186