Ter inleiding
Bereich des Niederrheins und der Nordeifel auf. Die H.Gr. B war in drei Armeen
gegliedert. Insgesamt umfasste der Nordflügel 30 Inf.-Divisionen und die Masse
der schnellen Verbande (9 Pz.-Divisionen und 4 Inf.-Divisionen mot.). Bei 102
Divisionen, die insgesamt an der Westfront zur Verfügung standen, war dies also
nahezu die Halfte der Gesamtkrafte.
Wahrend der Armee-Abt. N die Aufgabe der Ausschaltung Hollands zufiel, sollten
die 3 Armeen der H.Gr. B. den Angriff nördlich und südlich Lüttich vorbei durch
Nordbelgien führen. Dabei war den starken Panzerverbanden eine entscheidende
Rolle bei dem Versuch, den Gegner zu überrennen, zugedacht.
Die entscheidungsuchende Angriffsoperation der H.Gr. B. sollte in ihrer Südflanke
durch die H.Gr. A.gedeckt werden. Diese, aus 2 Armeen (12. und 16.) mit insgesamt 22
Inf.-Divisionen jedoch keinem schnellen Verband) bestehend, hatte durch Südbelgien
und Luxemburg vorzugehen. Sie marschierte in der südlichen Eifel und im Huns-
rück auf'1.
Duidelijk blijkt dat het accent valt op de noordelijke vleugel van het operatiegebied
en dat de noordelijke strijdkrachten een beslissing moeten forceren in West-België
en Noordwest-Frankrijk, waarbij de troepen van de zuidelijke vleugel slechts tot
taak hebben de operaties van de noordelijke troepen te dekken.
In de Aufmarschanweisung van 19 oktober 1939 was het hoofddoel (Allgemeine
Absicht) als volgt omschreven
'Möglichst starke Teile des französischen Heeres und seiner Verbündeten zu
schlagen und gleichzeitig möglichst viel hollandischen, belgischen und nordfran-
zösischen Raum als Basis für eine aussichtsreiche Luft- und Seekriegsführung gegen
England und als weites Vorfeld des Ruhrgebiets zu gewinnen'2.
Als voorlopig doel van de operatie van de beide legergroepen gold daarbij 'Unter
Ausschaltung der hollandischen Streitkrafte möglichst starke Teile des Belgischen
Heeres im Bereich der Grenzbefestigungen zu schlagen und durch rasches Zusam-
menführen starker - besonders schneller - Verbande die Voraussetzung zu schaf-
1 'Het O.K.H. beoogde (overeenkomstig Hitiers directief van 9 oktober 1939) met een sterke
rechtervleugel, die door Nederland en Noord-België moest oprukken, de in België te verwachten
Frans-Britse strijdkrachten tegelijk met die der Belgen en Nederlanders te verslaan. De beslissing
moest dus in de eerste plaats gezocht worden door deze sterke 'stoot-vleugel'. Deze werd gevormd door
de Leger-afdeling N en de Legergroep B (Generaloberst Von Bock) en rukte op uit het gebied van
de Nederrijn en de noordelijke Eifel. De Legergroep B bestond uit drie Legers. In totaal omvatte de
noordelijke vleugel 30 infanterie-divisies en het gros van de gemotoriseerde afdelingen (9 Pantser
divisies en 4 gemotoriseerde infanterie-divisies). Op 102 divisies, die in totaal aan het westelijke
front ter beschikking stonden, was dit nagenoeg de helft van het potentieel. Terwijl de Leger-af-
deling N tot taak kreeg Nederland uit te schakelen, moesten de drie Legers van Legergroep B -
Luik aan de noord- en zuidzijde passerend - de aanval door Noord-België uitvoeren. Daarbij was
aan de sterke pantserafdelingen een beslissende rol toegedacht bij de poging de tegenstander
te overweldigen.
4