ie Luchtvaartregiment
hulp van enig grondpersoneel van munitie en benzine en startte voor de tweede
maal om opnieuw aan de gevechten deel te nemen. Toen hij ook op die tweede
vlucht zijn munitie op de aanvallende vijandelijke vliegtuigen had verschoten,
landde hij opnieuw op Schiphol en maakte zijn toestel gereed voor een derde vlucht.
Sergeant B. de Geus (224) vloog eerst even boven Schiphol rond en deed aanval
len op He's in, echter zonder zichtbare resultaten. Na een halfuur ontmoette hij
sergeant Looyen (229), die hem beduidde geen munitie meer te hebben. Hij bege
leidde deze toen naar Ruigenhoek, waar Looyen omstreeks 4.30 landde. Daarop
achtervolgde De Geus een in die buurt opererende He 111, maar na zijn tweede
vuurstoot op dat vliegtuig was ook zijn munitie op en landde hij tegen 4.35 even
eens op het vliegpark Ruigenhoek.
Luitenant J.G. Plesman (235) zat aanvankelijk in de 225 van Sluyter, die in de
nacht van 9 op 10 mei telefoonwacht had. Even voor de start wilde Sluyter ook mee
de lucht in en liet daarom Plesman uitstappen met het verzoek zijn eigen toestel te
nemen. Omdat Sluyter de parachute van Plesman meenam, gaf Plesman twee man
van het grondpersoneel opdracht een andere parachute te halen. Zij verdwenen
echter in de schuilkelder en kwamen niet terug. Plesman moest nu zelf een para
chute halen, waardoor hij pas als laatste van Schiphol startte. Hij cirkelde eerst
enige tijd boven Schiphol rond totdat zeven Me's 1 og, die van oost naar west vlogen,
hem opmerkten, keerden en op zijn toestel neerdoken. Spoedig bevond Plesman
zich in de door de Me's gevormde kring. Eén der zeven viel hij aan, waarbij hij al
zijn munitie verschoot. Hij raakte de Duitse jager verschillende keren, maar hij
heeft hem niet zien neerstorten. Daarna landde hij weer op Schiphol. Zijn toestel
bleek zesendertig treffers te hebben ontvangen. Hij verwisselde zijn toestel dan ook
voor dat van sergeant Burger (213), die eveneens op Schiphol was teruggekeerd.
Nadat de benzine-, olie- en munitievoorraad van de drie op Ruigenhoek gelande
D XXI'n was aangevuld, ontvingen de vliegers van de C.-Lvd. opdracht een pa-
trouillevlucht te maken boven Zuid-Holland en vervolgens terug te keren naar het
vliegpark Schiphol.
Intussen had kapitein Janssens twee van de op Schiphol gelande vliegers, t.w. Ples
man (213) en Roos (239), naar Ruigenhoek gestuurd, zodat de bevolen patrouil-
levlucht kon worden ondernomen met een formatie van vijf D XXI'n
Fokker-D XXI, no. 225.
res. ie N. W. Sluyter, commandant
Fokker-D XXI, no. 213.
res. 2e lt.-vl. J.C. Plesman
178