ie Luchtvaartregiment van de 2e Ja.V.A., de enige overgebleven D XXI (212) van de ie Ja.V.A. van de Jachtgroep Veldleger van Ypenburg en een juist gereviseerde GI.A. (303) van de 3e Ja. V. A. gezamenlijk van Schiphol naar Buiksloot en wel als volgt Fokker-D XXI, no. 212. res. 2elt.-vl. A.M. van de Vaart, commandant Fokker-D XXI, no. 236. res. 2e lt.-vl. H.B. Sitter Fokker-D XXI, no. 235. res. 2e lt.-vl. J.C. Plesman Fokker-D XXI, no. 213. res. sergt.-vl. G. Burger Fokker-D XXI, no. 224. res. sergt.-vl. B. de Geus Fokker-D XXI, no. 225. res. sergt.-vl. J. Roos Fokker-G.I.A. ('Mercury'), no. 303. K.L.M.-gezagvoerder K.D. Parmentier Het laatstgenoemde vliegtuig werd echter niet bij de gecombineerde ie en 2e Ja. V.A. ingedeeld, maar later op de dag bij de 4e Ja.V.A. te Bergen. Nadat het vliegend materieel Schiphol had verlaten, werd het grondpersoneel van de afdeling per auto naar de nieuwe standplaats verplaatst. De afdelingscommandant vestigde zijn commandopost in de school, waarin zich de militaire telefoonaansluiting bevond en vanwaar hij een goed uitzicht had op het landingsterrein van het nu tot vliegpark geworden hulpvliegveld. Op deze dag ont ving hij geen operationele opdrachten meer, zodat het personeel wat rust kon wor den gegund. Zoals reeds bekend is,landden om 19.35 nog de DXXI'n, nos. 218 en 244 van de ie Ja.V.A. op Buiksloot, waardoor de sterkte kwam op acht vliegtuigen1. Op 11 mei 1940 was het personeel om 3.00 gevechtsgereed en de vliegers werden op dit tijdstip over de beschikbare D XXI'n verdeeld. Kapitein Schmidt Crans be vond zich - in verband met de herstellingswerkzaamheden aan zijn vier D XXI'n (nos. 219, 221, 240 en 242) - nog op het vliegkamp De Kooy. Tegen 4.30 ontving de C.-2e Ja.V.A. van de C.-Lvd. de opdracht met drie D XXI jagers twee C V vliegtuigen van de Ille Verkenningsgroep (Ille Verk. Gr.) te escorteren op een verkenningsvlucht in de richting Ede/Arnhem. 1 De Fokker-G I.A ('Mercury'), no. 303, was toen reeds overgevlogen naar het vliegpark Bergen. 182

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 196