Ter inleiding
fen für eine unverzügliche Fortführung des Angriffs mit starkem Nordflügel utid
für rasche Besitznahme der Belgischen Küste'3.
Het doel van de operaties, zoals neergelegd in het eerste operatieplan van ig okto
ber 1939, is beslist niet gericht op een beslissende slag tegen de westelijke mogend
heden, maar weerspiegelt duidelijk het ongeloof van vele Duitse autoriteiten in de
mogelijkheid een zodanige beslissing reeds op dat tijdstip te kunnen bewerkstel
ligen. Het plan is duidelijk een compromis tussen een offensief en een defensief op
treden van Duitse kant. Bovendien spreekt er duidelijk uit, dat het Oberkommando
der Luftwaffe (lees: Goering) zijn invloed op Hitier en het O.K.W. had vergroot
ten koste van het O.K.H., dat - zoals gezegd - meer en meer door Hitier werd ge
wantrouwd. De beide hoofddoelen - het veroveren van zoveel mogelijk Nederlands,
Belgisch en noordfrans territoir voor de luchtoorlog tegen Engeland èn de uitbrei
ding van het voorterrein ter bescherming van het Ruhrgebied - waren ontegen
zeggelijk wensen van de Luftwaffe.
Voorts houdt dit plan in, het verkrijgen van een goede uitvalsbasis voor een later
voortgezette oorlog tegen Engeland en Frankrijk, waaraan dan wellicht weer een
Duits vredesaanbod zou voorafgaan.
Wat zou de realisering van het plan van 19 oktober 1939 voor Nederland betekenen?
Allereerst de schending van onze neutraliteit en het tegen onze wil betrokken wor
den in het conflict tussen Duitsland en de geallieerde landen Frankrijk en Engeland.
Voorts was de mogelijkheid niet uitgesloten, dat ons gehele grondgebied - bij con
sequente uitvoering der Duitse plannen - tot operatiegebied zou worden.
Bij de voorbereiding van het plan gaf Hitier - op aandringen van de Chef van de
staf van het Oberkommando der Wehrmacht, Generaloberst W. Keitel - toestem
ming tot het oprukken door en tot de bezetting van onze oostelijke en zuidelijke
provincies, omdat hierdoor een betere bescherming tegen luchtbombardementen
op het Ruhrgebied zou worden verkregen. Tevens was hem duidelijk gemaakt, dat
De aanvalsoperatie van Legergroep B, die de beslissing moest brengen, zou op haar zuidelijke flank
door Legergroep A worden gedekt. Deze, bestaande uit twee Legers (het 12e en het 16e), met in
totaal 22 infanterie-divisies (echter zonder een enkele gemotoriseerde afdeling), moest door Zuid-
België en Luxemburg naar voren gaan. Zij rukte op uit de zuidelijke Eifel en de Hunsrück'.
2 'Zoveel mogelijk sterke eenheden van het Franse leger en zijn geallieerden te verslaan en tege
lijkertijd zoveel mogelijk Nederlands, Belgisch en noordfrans gebied te veroveren als basis voor
het voeren van een veelbelovende lucht- en zeeoorlog tegen Engeland èn als uitgebreid voor
terrein voor het Ruhrgebied'.
3 'Onder uitschakeling van de Nederlandse strijdkrachten zo groot mogelijke eenheden van het
Belgische leger in het gebied van de grensversterkingen verslaan en door snelle concentratie van
sterke vooral gemotoriseerde - afdelingen de voorwaarde scheppen voor een onverwijlde voort
zetting van de aanval met een sterke noordelijke vleugel èn voor een snelle bezetting van de Bel
gische kust'.
S