ie Luchtvaartregiment Om 17.00 startte de T V, no. 856 (Metzlar - De Haas) van Schiphol met de op dracht een bombardement uit te voeren op vijandelijke opstellingen tussen de reeds doorbroken Wonsstelling en de Kop van de Afsluitdijk. Het vliegtuig vloog over Buiksloot, waar de 240 (Hateboer) startte om de T V te escorteren. Door vij andelijke overmacht gedwongen moesten de beide vliegtuigen bij Medemblik keert maken en vlogen via Marken en Buiksloot naar Schiphol terug, steeds uitwijkend voor een hen volgende patrouille van vijf Duitse jachtvliegtuigen. De 240 (Hate boer) keerde daarna om 17.45 op het vliegpark Buiksloot terug. Om 17.00 startten van het vliegpark Middenmeer voor hun vlucht naar de Greb bestelling de vier G V'n en de C X, t.w. de nos. 612 (Van Meel, commandant - Heideman), 594 (Honig - Van Coevorden), 646 (Frenkel - Klinkhamer), 650 (Donkersloot - Zuger) en 719 (Hoog-De Vos). Tegelijk met deze toestellen startten twee van de daar aanwezige D XVII'n, nl. het toestel van luitenant J.C.P. Stuy (patrouillecommandant) en de 205 (sergeant Moerkoert). Luitenant J.L. Plesman kon wegens motorstoring pas om 17.08 starten en hij heeft de anderen niet meer kunnen inhalen, waardoor hij tevens niet aan de beschietingen in de Grebbestel ling heeft kunnen deelnemen. Het bombardement bij Wageningen werd uitgevoerd onder hevig Duits afweer- vuur, waardoor de C V, no. 612 (Van Meel - Heideman) werd getroffen en een noodlanding moest maken. Nadat de opdracht was uitgevoerd, landden de drie D XVII'n behouden op het vliegpark Soesterberg, dat hun als landingsplaats was aangewezen en waar zij om streeks 19.00 aankwamen. De resterende drie C V'n en de C X van de Ie Verk.Gr. landden eveneens op dat versperde vliegpark. De escorte-vlucht van wachtmeester Hateboer was de laatste opdracht, die door de gecombineerde ie en 2e Ja.V.A. op 12 mei 1940 werd uitgevoerd. Er werden verder geen opdrachten op deze dag ontvangen. Zoals onder d in hoofdstuk I werd besproken fungeerde bij de Ja.V.A.'s de C.- Jachtgroep tijdens de mobilisatieperiode als centrale commandopost. De toestem ming tot het maken van vluchten moest toen verleend worden door de C.-Jacht- groep. In een telex-bericht, dat in de nacht van 9 op 10 mei om 1.10 door de Chef van de Staf van het Commando Luchtverdediging werd verzonden aan alle Ja. V.A.'s, werd echter o.m. bepaald'opstijgen (der vliegtuigen) wordt gelast door de C.-Lvd., dan wel op eigen initiatief naar aanleiding van eigen waarneming of belangrijke luchtwachtberichten, die per radio in voorkomend geval zullen worden omgeroepen'1. 1 Zie onder j in hoofdstuk I '95

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 209