ie Luchtvaartregiment middellijk gereed werden gemaakt voor een nieuwe opdracht. Het bevel daartoe werd om 11.31 gegeven door de G -Jachtgroep, die tevens verzocht hem te melden wanneer de vliegtuigen weer gereed zouden zijn. Om 14.25 deelde de C.-i Lv.R. aan de C.-Jachtgroep mede, dat hij de verdere vluchten van de D XXI'n voorlopig moest opschorten. Negen1 jachttoestellen van de gecombineerde ie en 2e Ja.V.A. stonden startklaar, doch er waren moeilijk heden met de munitieuitrusting van de vliegtuigen en de vliegers waren overver moeid. De C.-Jachtgroep gaf deze mededeling door aan de C.-Lvd., waarop deze besliste dat de vliegers tot nader order moesten rusten in de omgeving van hun toe stellen en zo min mogelijk mochten worden gestoord; er was de laatste dagen teveel van hen gevergd. Elke vlieger moest niet alleen vliegen, maar had ook nog een neven-functie te vervullen, zoals b.v. die van bewapeningsofficier, officier belast met automaterieel, gas- of brandblusmaterieel èn van officier belast met tech nische aangelegenheden. Bovendien moesten de vliegers bij toerbeurt optreden als officier van piket of als officier van dienst, belast met het toezicht op de legering, de verpleging en de dagelijkse dienst. Voegt men daarbij nog de herhaaldelijke lucht- alarmeringen, de niet aflatende stroom van geruchten en de slechte berichten over het verloop van de strijd, dan wordt het begrijpelijk dat zelfs de meest geharde zenuwen het op een gegeven moment dreigen op te geven door de druk, waaraan zij voortdurend zijn blootgesteld. Na het ingrijpen van de G.-i Lv.R. werden geen vliegopdrachten meer verstrekt aan de beide Ja.V.A.'s. Vliegers en technisch personeel hadden aanwijzingen ge kregen om zich gereed te houden voor vertrek naar Engeland. Hoe en wanneer deze overtocht zou worden uitgevoerd, wist echter niemand. Zij, die verwachtten met een D XXI te moeten vertrekken, hadden een aktentas bij zich met de meest noodzakelijke reisbenodigdheden. Toen om 19.00 bekend werd, dat de wapens moesten worden neergelegd en de ar chieven, alsmede zoveel mogelijk materieel, moesten worden verbrand of op een andere wijze vernietigd, ontstond er enige verwarring bij de groep, die was bestemd om naar Engeland te vertrekken. Aan verschillende vliegers, die toch nog per vliegtuig naar Engeland wilden uitwijken, werd dat uitdrukkelijk verboden, onder het motief dat zij hun commandanten in ernstige moeilijkheden zouden brengen, indien zij aldus handelden in strijd met de wapenstilstandsvoorwaarden. Velen 1 In tegenstelling tot het rapport van 10.15, vermeldden verschillende rapporten van 14.25, dat er toen negen D XXI'n gevechtsgereed waren (i.p.v. acht). Dit betekent dat er één van de twee in re visie zijnde vliegtuigen alsnog gevechtsgereed is gemaakt en dat is dan no. 243 geweest, want de andere, de no. 232, is de Duitsers op 15 mei 1940 onbeschadigd in handen gevallen. Deze stond toen derhalve nog in de hangar, want alle op het veld aanwezige D XXI'n zijn in de namiddag van 14 mei 1940 door eigen personeel verbrand. 205

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 219