ie Luchtvaartregiment steld rond het vliegpark. De commandopost van de C.-IIIe Zl.Afd.tl., reserve kapi tein ir. G.A. Lamberts, was gevestigd te Rhoon in het kasteel "t Huis te Rhoon'. Het personeel van vorengenoemde onderdelen verkeerde in de vroege morgen van i o mei om 315 in de hoogste graad van strij dvaardigheid De bewakingstroepen Sedert 20 april 1940 was III-R.J. (onder bevel van majoor A.J.R. de Vos), ver sterkt met de ie Sectie pantserwagens, gesteld onder de bevelen van de vlieg- parkcommandant en belast met de bewaking en de verdediging van het vliegpark1. De onderdelen van het bataljon stonden in de morgen van 10 mei om 3.15 als volgt opgesteld Op het vliegpark, aangewezen voor de binnenverdediging a 2-HI-R.J., onder bevel van reserve kapitein H.P.L. Lohbeck, met de ie en de 2e Sectie (zes lt.mitrs.) en één zw.mitr. der M.C. langs de noordelijke rand van het landingsterrein en met de 3e en de 4e Sectie (zes lt.mitrs.) langs de oostelijke rand van dat terrein. Taakmet alle volautomatische wapens vuur uitbrengen op het landingsterrein. In de morgen van 10 mei werd de gevechtskracht van de compagnie aanmerkelijk verzwakt, omdat zij een politiewacht moest afstaan, die werd opgesteld bij de in gang van het vliegpark. Deze wacht had posten uitgezet bij de verschillende toe gangen tot het vliegpark, alsmede bij de buiten het vliegpark verspreid opgestelde vliegtuigen, terwijl op onregelmatige tijdstippen patrouilles werden uitgezonden in de omgeving van het park. Na deze aderlating beschikten de groepen der secties nog slechts over een groepscommandant, een mitrailleurschutter met mitrailleur helper en één of twee geweerschutters. b De M.C.-III-R.J., onder bevel van reserve kapitein J.v.d. Wal, bezette met vier zw.mitrs. de oostelijke rand van het landingsterrein, terwijl zeven stukken stonden opgesteld aan de zuidwestelijke rand. Zoals reeds vermeld, was bij 2-HI-R.J. één zw.mitr. ingedeeld. Taakmet alle automatische wapens vuur uitbrengen op het landingsterrein bin nen een afstand van 500 m. Er mocht echter pas worden gevuurd, zodra er vijande lijke vliegtuigen op het landingsterrein waren geland. c De ie Sectie Pantserwagens, onder bevel van reserve tweede-luitenant ir. F. des De ie Sectie pantserwagens bestond uit twee rups-pantserwagens, bewapend met één mitr. M. 18 en één reserve mitr. 21 I

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 225