ie Luchtvaartregiment
Tombe, met de commandowagen op het platform bij de hoofdingang van het vlieg-
park en met de andere pantserwagen bij de commandopost van de B.C. en ter be
schikking gesteld van deze.
Taakhet deelnemen aan de verdediging van het landingsterrein en het verhinderen
van troepenlandingen.
Buiten het vliegpark, aangewezen voor de buitenverdediging
a I-III-R.J. (min één sectie), onder bevel van reserve eerste-luitenant P.A. Dijke-
ma, met drie secties aan de noordelijke zijde van het vliegpark, tussen de langs het
vliegpark lopende schutting en de Waalhavende 2e en de 3e Sectie met front west,
de 4e Sectie met front oost.
Taakhet afsluiten van de wegen naar het tuindorp Heyplaat en Pernis, en het
waken tegen aanslagen van kwaadwillende elementen, die mogelijk gebruik
zouden maken van vaartuigen uit de Waalhaven.
b 3-III-R.J. (min één sectie), onder bevel van kapitein J.W. Heemskerk, met
drie secties achter elkaar op de weg langs de oostelijke zijde van de Waalhaven.
Taakhet afsluiten van de weg naar Rotterdam met het front naar deze stad, ter be
veiliging van het vliegpark tegen aanslagen van kwaadwilligen.
c Eén sectie van i-III-R.J. en één sectie van 3-III-R.J., waarbij twee vracht
auto's, stonden als bataljonsreserve opgesteld bij de commandopost van de B.C. bij
de hoofdingang van het vliegpark.
Taak: het optreden als stoottroep, op nader bevel van de B.C.
De plaats van de commandoposten
De commandopost van de B.C. was gevestigd bij de hoofdingang, buiten het vlieg
park, waar zich een stuk loopgraaf bevond met een schuilplaats.
De C.-i-III-R.J. had zijn commandopost bij de middelste sectie der compagnie,
die van de C.-2-III-R.J. was gevestigd in het restaurant bij de hoofdingang, terwijl
de commandopost van de C.-3-III-R. J. zich bevond bij het café 'Groot Rotterdam',
ter hoogte van zijn achterste sectie.
De commandopost van de C.-M.C.-R.J., die optrad als opvolgend B.C., viel samen
met die van de B.C.
De bevelvoering over de onderdelen, die belast waren met de binnenverdediging,
was als volgt geregeld
de infanterieopstellingen aan de noordelijke zijde van het landingsterrein, alsmede
de politiewacht bij de hoofdingang, stonden onder bevel van een van de luitenants
sectiecommandant
212