ie Luchtvaartregiment nieuwe betonkazemattendeze zouden echter pas over vier maanden gereed kun nen zijn. Aan de noordelijke, de oostelijke en de zuidelijke zijde van het vliegpark scheidde een 2.20 m hoge schutting het park van het omliggende terrein. Aan de westelijke zijde bestond deze terreinafscheiding uit een rij palen, die onderling waren ver bonden met prikkeldraad. De hoge houten schutting, die funest zou blijken te zijn voor de verdedigers, was op enkele plaatsen gedeeltelijk weggebroken, waardoor doorgangen waren ontstaan voor de verplaatsing van vliegtuigen buiten het vliegpark en bouwmateriaal werd verkregen voor de gevechtsopstellingen. Aan de oostelijke en de zuidelijke zijde van het landingsterrein waren bij elke mitrailleuropstelling 2 a 3 man achter deze schutting opgesteld als rugdekking. Ook bij de 1 e en de 3e Compagnie was men pas op 8 mei begonnen met het maken van gevechtsopstellingen. De commandant van de 2e Compagnie beschikte niet over een gedekte commandopost. Vlak bij de hoofdingang van het vliegpark bevond zich een loopgravencomplex met een betonnen schuilplaats, die destijds was aangelegd door de 3e Comp.Bew.Tr. en als commandopost van de B.C. had kunnen dienen. De B.C. wist echter niets af van het bestaan van deze schuilplaats. De bataljonsreserve stond geheel ongedekt op gesteld. De munitie was voor het grootste gedeelte opgeslagen in één van de hangars. Alleen bij de 2e Compagnie bevond de munitie voor de lichte mitrailleurs zich in de mi trailleuropstellingen. De handgranaten, die pas op 7 mei waren ontvangen, waren nog niet uitgereikt, omdat de B.C. van mening was dat zijn manschappen hiermede te weinig hadden geoefend. De opstelling van het bewakingsbataljon. Alvorens de gevechtshandelingen worden beschreven, zal eerst een korte beschou wing worden gewijd aan de opstelling van het bewakingsbataljon en de inrichting der verschillende versterkingen. Deze lieten namelijk veel te wensen over. Majoor De Vos had op 20 april opdracht gekregen met zijn bataljon naar het vlieg park Waalhaven te gaan en daar de bewaking over te nemen van de 3e Comp.Bew. Tr. Er ging nogal wat tijd heen met het legeren van de onderdelen. De B.C. werd te veel afgeleid door allerlei bijkomstigheden en verzuimde voldoende aandacht te besteden aan het onmiddellijk maken óf verbeteren van gevechtsopstellingen. Zelfs indien hij meende, dat de plaatsing van zijn bataljon een tijdelijke maatregel was, dan nog was de eerste maatregel, die hij had moeten nemen, het inrichten van gevechtsopstellingen. 214

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 228