ie Luchtvaartregiment echter, dat zijn ongedekt opgestelde bataljonsreserve - als gevolg van het bombar dement - was uiteengespat en in alle richtingen verstrooid. Dit was eveneens het geval met het troependetachement van de 3e Ja.V.A., dat zich had bevonden aan de oostelijke zijde van de barakken. Vergezeld door enige manschappen van zijn commandogroep begaf de B.C. zich daarop in de richting van de 3e Compagnie, teneinde - naar hij later verklaarde - een aantal secties van deze compagnie naar de Charloische Hoge Dijk te dirigeren en zo mogelijk naar de Reedijk, om de gelande valschermtroepen te bestrijden. Toen hij de 3e Compagnie echter niet meer aantrof in haar opstelling, trok hij daar uit de conclusie dat het vliegpark zich reeds geheel in handen van de vijand bevond. Hij trok daarom verder in de richting van Rotterdam, omdat hij van oordeel was dat hij nu verder toch niets meer kon doen. De commandant van de verbindings afdeling, tevens waarnemend bataljons-adjudant, was op eigen initiatief achterge bleven in de commandopost1. Het gelukte de commandant van de 2e Compagnie tijdens het bombardement om met enige manschappen een aantal kisten munitie te halen uit een brandende han gar en deze op een auto te laden. Omdat het terrein ter plaatse echter geen dekking bood, verplaatste hij zich daarop met een aantal door hem verzamelde geweer- schutters naar de zuidoostelijke hoek van de Waalhaven. Van hieruit kon de hoofd ingang van het vliegpark met vuur worden bestreken, terwijl tevens een zekere dek king werd gevormd voor het 51e Pel.Lu.Mitr. en de ie Compagnie. Deze opstel ling, vooral het gedeelte langs de zuidelijke oever van de Waalhaven, werd door vij andelijke jachtvliegtuigen herhaaldelijk bestookt met mitrailleurvuur. Toen de valschermjagers opdrongen en hulp van andere troepen uitbleef, moest de C.C. na dat alle munitie was verschoten - zich tenslotte overgeven. De C.-M.C.-III-R.J. die - zoals bekend - zich in zijn functie van plaatsvervangend B.C. ophield bij de bataljonscommandopost, verliet het voorplein van het vlieg park toen het bombardement enigszins luwde en begaf zich in de richting van de betonkazemat, teneinde zich op de hoogte te stellen van de toestand bij zijn com pagnie. Als gevolg van het vuren der valschermjagers kwam hij echter niet ver. Hij verzamelde daarop een aantal manschappen om zich heen, die verspreid in het terrein - dekking hadden gezocht en nam tenslotte een opstelling in iets ten oosten van het begin van de Charloische Hoge Dijk, aan de Rotterdamse zijde ervan. Toen een burger hem mededeelde, dat een Nederlandse afdeling in de richting van 1 Volgens deze luitenant zou de B.C., toen hij het uitwerpen van valschermtroepen waarnam, hem hebben gelast: 'Volgen, wij trekken terug'. Aangezien de strijd op het vliegpark toen nog in volle gang was, achtte hij het echter niet juist, dat in dit stadium de commandopost werd verlaten. Dit was de reden dat hij het bevel niet opvolgde en achterbleef. De B.C. verklaarde later de woorden: 'wij trekken terug' niet te hebben gebezigd. 223

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 237