ie Luchtvaartregiment
lingen had verlaten en vertelde ook nog, dat een officier-vlieger hem in het voor
bijgaan had toegeroepen: 'Ga toch terug, er is hier niets meer tegen te doen. De
hele boel ligt in de prak'. Het pleit voor deze sectiecommandant, dat hij op dit ge
zegde geen acht heeft geslagen.
De C.C. ging daarop onmiddellijk op weg om te trachten de vluchtende onder
delen op te vangen. Pas bij de eerste huizen gelukte het hem om enkele verspreide
manschappen te achterhalen en te verzamelen. Zo verdween 3-III-R.J. van het
strijdtoneel zonder aan de strijd te hebben deelgenomen, terwijl de aangevallen
onderdelen op het vliegpark tevergeefs op hulp wachtten.
Later kon worden vastgesteld, dat het gros van genoemde compagnie in oostelijke
richting was gevlucht, onder dekking van de huizenrijen. De C.C., die met onge
veer tien man was vertrokken in de richting van Rotterdam, ondervond onderweg
zoveel overlast van burgers, dat hij zich in een garage moest schuilhouden totdat
hij contact kreeg met de C.-III-R. J., die zich ophield in een school bij het Afrikaan-
derplein.
De B.C. had bij aankomst in de rand van Charlois daar slechts de luitenant en de
manschappen aangetroffen, die hij voor het uitbreken der vijandelijkheden naar
het café 'Groot Rotterdam' had gestuurd. De luitenant deelde hem mede, dat hij
- bij aankomst ter plaatse - zich ter beschikking had gesteld van de C.-3-III-R.J.,
omdat het bombardement toen juist een aanvang nam. Hij had overigens in ge
noemd café geen bijzonderheden geconstateerd.
Enige tijd later sloot ook de C.-M.C., kapitein v. d. Wal, zich bij de B.C. aan.
Het 49e Pel.Lu.Mitr. had zich op 9 mei ongeveer 100 m meer naar het westen op
gesteld, zodat de twee stukken van 2 tl. en de vier mitrailleurs M.25 in de vroege
morgenuren van 1 o mei ongedekt in het open veld stonden.
Toen kort voor 4.00 twee 2-motorige vliegtuigen op lage hoogte naderden uit
westelijke richting, gaf de sergeant-pelotonscommandant onmiddellijk het bevel
tot vuuropening. Ook de vliegtuigen, die op de eerste twee volgden, werden zonder
onderbreking onder vuur genomen. Het peloton weerde zich dapper en zelfs toen
een in de nabijheid inslaande bom een G I op haar neus zette, bleven de bedienings
manschappen op hun posten. Hierbij dient nog te worden vermeld, dat het bedie
ningspersoneel van de 2 tl. tevoren nog nimmer met scherp had geschoten1.
Toen er valschermjagers landden ten westen van de opstelling, besefte de Pel.G. dat
zijn peloton nu in voorste lijn lag. De vier mitrailleurs vuurden afwisselend op
luchtdoelen en op de naderende valschermtroepen, doch de bedieningsmanschap
pen van de 2 tl. waren al spoedig gedwongen dekking te zoeken in het terrein en zich
1 Het personeel had een spoedopleiding ontvangen in de bediening van dit Scotti-materieel en was
- in afwachting van haar verdere vorming - kort voor 10 mei geplaatst in de oorlogsopstelling.
225