ie Luchtvaartregiment een noodlanding moeten maken bij Zevenbergen en waren nu op de terugweg naar hun onderdeel op Waalhaven. Het was hun spoedig duidelijk, dat zij het vliegpark niet meer konden bereiken. Op verzoek van de wnd. Bt.C. nam de sergeant-majoor-vlieger het commando op zich van het groepje manschappen, dat belast was met de verdediging van het ver sperde kruispunt van wegen ter plaatse. De radiotelegrafist/staartschutter had, alvorens de G I te verlaten, de achtermitrailleur, alsmede enige munitie meege nomen. Dit wapen kwam nu bij Smitshoek uitstekend van pas. Omstreeks 10.30 zag de bezetting van het kruispunt een auto naderen uit de rich ting Waalhaven. Op een van de treeplanken stond een man, die met een witte doek zwaaide. De auto stopte op ongeveer 25 m afstand van de versperring, waarna werd geroepen: 'Niet schieten, wij willen onderhandelen'. Het bleek dat er in de auto een viertal Duitse militairen zat, terwijl de persoon op de treeplank niemand minder was dan de vliegparkcommandant. Op luide toon werd door de vlieg- parkcommandant en de sergeant-majoor-vlieger even onderhandeld. Eerstge noemde riep de onderofficier o.m. toe dat de Duitsers wensten te onderhandelen. De sergeant-majoor-vlieger weigerde op dit voorstel in te gaan en beduidde de vliegparkcommandant 'aan eigen zijde' te komen. Of de vliegparkcommandant daarop werkelijk aanstalten maakte om van de tree plank af te stappen, is thans niet meer na te gaan. Plotseling openden de inzittenden van de auto het vuur. Dodelijk getroffen stortte de vliegparkcommandant neer. Hierop ontstond een vuurgevecht, waarbij twee van de vier Duitsers sneuvelden de twee overigen wisten - waarschijnlijk gewond te ontkomen. De berichten die de patrouilles meebrachten en die, welke van de posten binnen kwamen, duidden alle op een steeds verder opdringen van de vijand naar het zui den. Bovendien dreigde gebrek te ontstaan aan karabijnmunitie. De wnd. Bt.C. be sloot daarom zijn patrouilles terug te roepen en de posten weer in te nemen om hen te verzamelen aan de zuidelijke zijde van Smitshoek. Hij gaf opdracht de sluitstuk ken uit de vuurmonden te verwijderen en deze in een sloot te werpen. De gewonden liet hij afvoeren, o.m. naar de door de batterij-arts te Barendrecht ingerichte hulpverbandplaats. Het bleek echter niet meer mogelijk de verst verwijderde pa trouilles te bereiken. Deze hebben zich tot het invallen van de duisternis schuil moeten houden, alvorens zij zich naar het zuiden konden verplaatsen. Met drie vrachtauto's wist de batterij bezetting nog juist op tijd uit te wijken naar Barendrecht, waar de wnd. Bt.C. zich telefonisch in verbinding stelde met de C.- Lvd.Kr. Rotterdam/'s-Gravenhage. Namens hem ontving hij de opdracht om zich te begeven naar Oud-Beierland, waar het personeel van de batterij de volgen de dagen wacht- en patrouillediensten verrichtte in opdracht van de kantonne- mentscommandant ter plaatse. 232

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 246