ie Luchtvaartregiment gezien geen gevechtsgerede vliegtuigen meer aanwezig waren - naar de gevechts opstelling van het 51e Pel.Lu.Mitr., waar zij ook de luitenant-toegevoegd aan troffen met enig personeel van de 3e Ja.V.A. Kort daarna vertrok luitenant Kuipers op eigen gelegenheid naar Charlois. Hij hield zich hier schuil tot het inval len van de duisternis en liet zich toen met een roeiboot overzetten naar de noorde lijke Maasoever. Daar aangekomen meldde hij zich bij de Commandant van het Depot Luchtstrijdkrachten. Zijn sergeant-staartschutter (Venema) sneuvelde in de opstelling van het 51 e Pel.Lu.Mitr. Als derde, vierde en vijfde startten zeer kort na elkaar de volgende bemanningen Fokker-G I, no. 311. (res. 2 lt.-vl. G. Sonderman en dpi. sergt.-radiotelegrafistjstaartschutter H. Holwerda Fokker-G I, no. 328. (res. sergt.-vl. H.F. Souffree en de dpi. sergt.-radiotelegrajistjstaartschutter J.C. de Man) Fokker-G I, no. 329. (res. ie lt.-vl. K. W. Woudenberg en de dpi. sergt.-radiotelegrajistjstaartschutter J.A. Pouw). De drie vliegers gingen ieder afzonderlijk op jacht en schoten tezamen zeven vij andelijke vliegtuigen neer. Luitenant G. Sonderman schoot één Ju 52 neer en twee Duitse jagers. Sergeant H.F. Souffree schoot één He 111 en één Messerschmitt-ja- ger neer, terwijl luitenant K.W. Woudenberg één Ju 87 en één Ju 52 wist neer te schieten. De laatst gestarte van de drie vliegers (Woudenberg) trachtte, nadat hij zijn muni tie nagenoeg had verschoten, radio-telefonisch contact op te nemen met het vlieg- park. Toen dit niet lukte, zette hij koers naar het hulpvliegveld Ockenburg. Het bleek hem echter, dat hij hier niet kon landen door de vele Duitse vliegtuigen, die op het landingsterrein stonden. Hij besloot daarom door te vliegen naar een van de vliegparken Haamstede of Vlissingen. Vijandelijke vliegtuigen zoveel mogelijk ontwijkend, zette hij koers naar het zuiden. Onderweg kreeg hij nog even contact met de G I, no. 328 (Souffree), die met uitgedraaid landingsgestel vloog wegens een lek in het hydraulische systeem. Ter hoogte van Oostvoorne gekomen, zag hij op het strand de twee G I'n staan, die kort voor hem van Waalhaven waren gestart. Nadat hij zijn toestel eveneens aan de grond had gezet, vernam hij dat de beide andere vliegers waren geland, omdat hun benzine- en munitievoorraad zo goed als totaal was uitgeput. Na een kort be raad besloten de drie vliegers voorlopig ter plaatse te blijven. De bemanningen ca- 234

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 248