ie Luchtvaartregiment
moufleerden hun toestellen zo goed mogelijk met zeilen en schotten, die zij van de
ter plaatse aanwezige badhokjes afhaalden en voerden de achtermitrailleurs met
zich mee om mogelijke aanvallen van laagvliegende vliegtuigen te kunnen bestrijden.
Toen een der vliegers zich daarna telefonisch meldde bij de militaire commandant
van het eiland, vernam hij dat kapitein-waarnemer P.J. de Broekert, die als ver
bindingsofficier op weg was naar Parijs, eveneens op het eiland was 'gestrand'.
Genoemde kapitein nam spoedig daarna contact op met het groepje vliegers, voegde
de luitenant Sonderman aan zich toe en vertrok in de namiddag naar Hellevoet-
sluis om vandaar per boot verder te reizen. Beiden zijnper boot naar Vlissingen ver
trokken en vandaar via België doorgegaan in de richting van de Franse hoofdstad,
waar kapitein De Broekert op 12 mei aankwam. Luitenant Sonderman vergezelde
hem tot Brussel, waar zij in de late avond van 11 mei aankwamen. Vandaar is
Sonderman per trein weer teruggekeerd naar Nederland. Het verhaal in een rap
port van reserve 1 e luitenant-vlieger K. W. Woudenberg, als zou de tocht naar Brus
sel gedaan zijn met een Fokker-S IX van Souburg, is door geen enkel gegeven be
vestigd.
Ook het Co.Lvd. werd telefonisch op de hoogte gesteld van de landing van de drie
G I'n op het strand van Oostvoorne.
Hoe echter aan bezine en munitie te komen? En hoe verkreeg men een - eveneens
ontbrekende - aanzetslinger voor het starten der motoren? Door het over
haaste vertrek had niemand er aan gedacht dit onontbeerlijke voorwerp van Waal
haven mee te nemen.
In de voormiddag van 11 mei arriveerde op Oostvoorne de G V, no. 618 (wacht
meester-vlieger J.W. Wildschut) van de IVe Verk.Gr. (Haamstede) met 150 liter
benzine en een aanzetslinger, maar zonder schakels voor patroonbanden. Deze
waren op het vliegpark Haamstede namelijk niet aanwezig. De aanzetslinger paste
niet en moest eerst worden vermaakt. Om deze en andere redenen vertrokken ser
geant Souffree en zijn radiotelegrafist nog dezelfde dag in een geleende vrachtauto
naar Schiphol. Zodra zij daar de nodige voorraden benzine, olie en munitie hadden
ingeladen, aanvaardden zij de terugreis. Enig technisch personeel van het vlieg
park Schiphol volgde in een personenauto. In de avond van 13 mei werd Rotterdam
bereikt, waar werd overnacht. In de vroege morgen van 14 mei zette de colonne de
reis voort naar Oostvoorne. In Rotterdam had zich de luitenant Kuipers bij het
gezelschap gevoegd, ter vervanging van de luitenant Sonderman.
Bij aankomst ter plaatse kwam men helaas tot de ontdekking, dat alle moeite voor
niets was geweest. Van de drie G I'n waren nog slechts verbrande wrakken over
Het bleek, dat de vijand de vliegtuigen reeds op 12 mei had ontdekt en toen zonder
succes had gebombardeerd. Kort voor de aankomst van de colonne was de aanval
echter herhaald, met het vermelde resultaat. Ontmoedigd keerde het groepje naar
Schiphol terug.
235