Ter inleiding Op i o januari 1940 bepaalt Hitier, dat de aanval op het westen op 17 januari 1940, 's morgens om 7.16 zal beginnen. In de morgen van die 1 oe januari begeeft Major Reinberger, verbindingsofficier van de 7e Flieger-Division bij de Luftflotte 2, zich aan boord van een Messerschmitt-Bf 108 'Taifun' vliegtuig van Münster naar Bonn, teneinde deel te nemen aan een laatste stafbespreking, waar de definitieve beslissing omtrent het luchtlandingsplan Namen-Dinant zal worden genomen. Daartoe heeft hij niet alleen dit uitgewerkte plan bij zich in een aktentas, maar ook vele belangrijke geheime documenten, be treffende de operatie 'Gelb'. Door de enorme hoeveelheid rook en damp boven het Ruhrgebied en het besneeuwde landschap (de Rijn was dichtgevroren en met sneeuw bedekt) geraakt het vliegtuig volkomen uit de koers en moet tenslotte wegens brandstofgebrek een noodlanding maken in België bij Mechelen-aan-de-Maas. De beide inzittenden slagen er in een groot gedeelte der papieren te verbranden, maar er valt nog genoeg in handen van de Belgische autoriteiten om dezen een inzicht te geven in het Duitse operatieplan. Kort daarop licht de Belgische regering dan ook de Nederlandse regering in, alsmede de regeringen van Frankrijk en Engeland. Het tijdstip van de aanval is echter niet bekend geworden. Hoewel het Duitse opperbevel niet te weten kwam, wat de geallieerden nu wisten, zag het zich toch genoodzaakt zijn operatieplannen grondig te herzien. General Felmy, de man die reeds in een eerder stadium op het belang van luchtlandingen in Nederland had gewezen, werd de 'zondebok' voor dit 'Verrat der Luftwaffe'. Goering liet Felmy en enkele andere hoge luchtmachtofficieren vallen ('schickte sie in die Wüste') en benoemde General A. Kesselring tot nieuwe commandant van de Luftflotte 2, 'weil er eben keinen anderen hat'. Het gevolg van het bekend worden van de luchtlandingsplannen wordt door Gene ral der Flieger a.D. W. Speidel in zijn studie 'Der Westfeldzug 1939 - 1940' als volgt geschetst'Wenn ferner die andere damit verbundene Frage offen bleiben muss, ob tatsachlich der 'Fall Reinberger' die Veranlassung gegeben hat zu einer völligen Anderung der deutschen Operationsplane, es steht fest, dass alle Pla- nungenfürein Luftlande-Unternehmen hinfallig geworden waren, dass eine völ- lig neue Operation erdacht werden musste' h Op 25 januari 1940 ontving de commandant van Legergroep B, Generaloberst F. von Bock, van het Oberkommando des Heeres - tijdens een bespreking te Ko blenz - de opdracht geheel Nederland, met inbegrip van de Vesting Holland, in be- 1 'Ook al moet overigens de andere daarmee samenhangende vraag - of het 'geval Reinberger' inderdaad de aanleiding is geweest voor een volledige verandering van de Duitse operatieplannen - onbeantwoord blijven, het staat vast dat alle plannen voor een luchtlandingsonderneming waarde loos waren geworden en dat een geheel nieuwe operatie moest worden ontworpen'. 10

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 24