ie Luchtvaartregiment
gevulde patroonbanden met zich mee. Tijdens hun tocht ondervonden zij aller
wegen medewerking van de burgerbevolking.
Nadat zij bij Willemstad het Hollandsch Diep waren overgestoken, ontmoetten zij
bij Numansdorp een burger, die bereid was hen per auto te vervoeren naar Waal
haven. De rit nam bij Smitshoek een einde bij de wegversperring, die door de 4e Bt.
Lu.A. was aangebracht. In het voorafgaande is reeds beschreven, hoe het de twee
mannen bij deze batterij verder verging.
Ondanks de verrassende luchtaanval zijn er van de elf gevechtsgerede Fokker-G
I.A. ('Mercury') vliegtuigen nog acht gestart, terwijl drie van deze jachttoestellen
door bomscherven zodanig werden beschadigd, dat zij niet meer konden starten.
De C.-3e Ja.V.A. had, nadat hij de start van de acht G I'n had gadegeslagen, zich
per auto en met enig toegevoegd personeel begeven naar zijn oorlogscommando
post bij Rhoon. Omdat reeds enige weken geleden de telefoonverbinding was
aangelegd, kon hij onmiddellijk contact opnemen met de G-Jachtgroepen deze ver
slag van het gebeurde uitbrengen.
Later op de dag moest de G.-3e Ja.V.A. uitwijken naar Poortugaal, omdat zijn com
mandopost werd bedreigd door opdringende valschermtroepen. Hij nam daar
voorlopig zijn intrek in het gemeentehuis en stelde zich opnieuw telefonisch in ver
binding met de G.-Jachtgroep. Toen hij daarbij vernam, dat drie van zijn G I'n
op Oostvoorne waren geland, ging hij op weg om zich bij de bemanningen van
deze vliegtuigen te voegen. Het werd hem echter niet toegestaan de brug bij Spijke-
nisse te passeren. Dit verbod werd telefonisch bevestigd door de commandant van
het te Hellevoetsluis aanwezige infanterie-onderdeel.
Zo was kapitein Scholtmeyer met zijn kleine staf verder gedoemd tot nietsdoen.
Toen hij in de avond van 14 mei via de radio vernam, dat de wapens waren neerge
legd, meldde hij zich de volgende dag bij de Staf van de 7e Flieger Division en werd
krijgsgevangen gemaakt.
Hoewel de bemanningen van de acht gestarte G I'n in afzonderlijke luchtgevechten
verschillende vijandelijke toestellen hadden neergeschoten, was de 3e Ja.V.A. dooi
de verrassende overval uit de lucht toch zodanig gedesorganiseerd, dat zij als een
heid had opgehouden te bestaan. Van de afdeling kon gedurende de volgende ge-
vechtsdagen immers nog maar één toestel, dat was uitgeweken naar het vliegkamp
De Kooy, operationeel worden ingezet.
Het technisch grondpersoneel van de 3e Ja.V.A. verdient een eresaluut, omdat het
voor een belangrijk deel aan zijn grote plichtsbetrachting was te danken, dat nog
acht vliegtuigen tijdens het bombardement konden starten. Ondanks de in de na
bijheid inslaande bommen en de ratelende mitrailleursalvo's van de aanvallende
vliegtuigen, bleven zij onverstoorbaar op hun post, verleenden de haastig toesnel
lende vliegers en staartschutters alle mogelijke hulp en zwengelden de motoren aan.
Het was onvermijdelijk, dat een aantal van hen hierbij sneuvelde.
237