ie Luchtvaartregiment westelijke rand van 'Karperton'. Bij de zw.mitr. sectie van de ie Comp.Bew.Tr. was een houten onderkomen vervaardigd voor de bezetting. De lt.mitrs. stonden alle in ongedekte ('open') opstellingen. Voor de bedienings manschappen, zowel als voor de geweerschutters waren geen speciale gevechts dekkingen aanwezig. In het noordwestelijke en het noordoostelijke hoekpunt van het vliegpark waren overdekte loopgraven aangelegd, doch hiervan was geen gebruik gemaakt door de bewakingstroepen. Gezien de vele bomkraters in de onmiddellijke omgeving, moeten speciaal deze loopgraven op 10 mei een doelwit zijn geweest voor de vijandelijke bommenwerpers. Het ontbreken van gevechtsdekkingen was een gevolg van het feit, dat geen fondsen beschikbaar waren gesteld voor de aanschaffing van de nodige materialen, omdat er betonkazematten zouden worden gebouwd op het vliegpark. In de morgen van 9 mei waren de plaatsen, waar de kazematten zouden komen, door geniepersoneel gemarkeerd met piketten. Met uitzondering van de secties zware mitrailleurs, beschikte geen der onderdelen van de beide bewakingscompagnieën dus over gevechtsdekkingen; ook waren er bij de hangars of de barakken geen schuilloopgraven aangelegd. Er was evenmin een behoorlijk verdedigingsplan opgesteld, gebaseerd op de ter beschikking staande vuurkracht. De verbindingen In hangar 1 was een militaire centraalpost gevestigd, waarop alle hangars en de wacht in de barak waren aangesloten, terwijl over het rijksnet verbinding kon worden verkregen met de commandoposten van de ie Comp.Bew.Tr. en van de Xle Zl.Afd.tl. De luchtdoelbatterijen en luchtdoelpelotons waren met veldtele foontoestellen aangesloten op de centraalpost. Bovendien beschikte de C.-4e Ja.V.A. over een rechtstreekse telefoonverbinding met de C.-Jachtgroep in 's-Gravenhage en waren de 15e en 160e Bt.Lu.A., alsmede de Xle Zl.Afd.tl. door middel van de z.g. muzieklijn verbonden met de C.-Lvd.Kr. Amsterdam. Na de verplaatsing der commandoposten werden de verbindingen onderhouden over het rijksnet. 'Karperton' werd daartoe aangesloten op dit telefoonnet. De benzine- en olievoorziening In het Noordhollands Kanaal lag bij Koedijk een tankschip met benzine. Uit dit schip werden twee tankwagons gevuld en opgesteld bij het station Bergen. De or ganiek tot de beide vliegtuigafdelingen behorende tankauto's vulden aan uit de wagons en voorzagen de vliegtuigen van brandstof. De olie werd aangevoerd in drums en opgeslagen op het vliegpark. 251

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 265