ie Luchtvaartregiment
tijdens de beschieting zijn vliegtuig en keerde er niet in terug. De motoren draaiden
toen reeds. Zijn staartschutter, dienstplichtig sergeant-boord telegrafist/lucht-
schutter R.M. Coene, had juist zijn mitrailleur ingeschoten. Zodra hij bemerkte,
dat de vlieger hem alleen in het toestel had achtergelaten, kon hij niet anders doen
dan de motoren afzetten. Nu was ook reserve tweede-luitenant-vlieger F. Peetoom,
wiens toestel (no. 318) direct achter no. 304 stond, de mogelijkheid tot starten
ontnomen, hoewel het de vraag is of hij dat anders wel had gekund, omdat na de
beschieting bleek dat zij n banden waren lek geschoten.
De chaos was daardoor volkomen; geen enkel vliegtuig kon meer starten. De
compacte opstelling van de vliegtuigen had zich dus wel in ernstige mate gewroken.
Door één vijandelijke aanval was de afdeling in weinige ogenblikken tijds buiten
gevecht gesteld.
Het personeel van de 4e Ja.V.A., dat zich ongedekt in of bij de vliegtuigen ophield,
zocht zo goed mogelijk dekking in de omgeving.
Op de eerste drie bommenwerpers volgden met korte tussenpozen andere, die hun
bommen van zeer geringe hoogte afwierpen op de hangars, op de G I vliegtuigen
en op het landingsterrein met zijn omgeving. Hierbij kreeg de G I, no. 333, van re
serve eerste-luitenant-vlieger A.D. Snitslaar een voltreffer, waardoor het toestel on
herstelbaar werd vernield, terwijl de G I'n, nos. 313 en 317, die voor motorverwis
seling en reparatie in hangar 5 stonden geparkeerd, verbrandden.
Ook mitrailleerden de aanvallers herhaalde malen de verschillende doelen op het
vliegpark.
De aanval duurde ongeveer drie kwartier en was omstreeks 4.45 geëindigd. Korte
tijd daarna had nog een aanval plaats, die werd uitgevoerd door enkele Duitse
jagers. In totaal hebben naar schatting een 25-tal vliegtuigen deelgenomen aan de
verschillende aanvallen. De vijand deed geen poging om te landen; ook werden
geen valschermtroepen afgeworpen.
De gevolgen van deze aanvallen op het vliegpark waren
alle hangars waren getroffentwee G I en drie G X vliegtuigen, die alle vijf voor re
paratie in de hangars waren opgesteld, gingen door brand verloren, terwijl een
G V vliegtuig (naar alle waarschijnlijkheid een z.g. manche-vliegtuig) ernstig
werd beschadigd1
de provisorische nachtverlichting, bestaande uit een motoraggregaat, een aantal
kabelrollen en kwiklampen - alles gemonteerd op twee auto-onderstellen en onder
gebracht in een der hangarswas volkomen vernield
van de elf op het vliegveld achtergebleven en bij elkaar opgestelde G I toestellen
1 De nummers van de G I'n waren 313 en 317; die van de C X'n waren 704, 707 en 710. Het num
mer van de C V kon niet worden achterhaald.
253