ie Luchtvaartregiment waren er tien door bomscherven en beschieting zwaar beschadigd, terwijl er één (no- 333) door een voltreffer geheel was vernield1; het landingsterrein vertoonde veel bomtrechters, voornamelijk aan de noordzijde, aan de westzijde en in het midden. Een serie bommen, die aan de westzijde was af geworpen, was niet ontploft. De verbindingsweg van de Groeneweg met het vlieg- park was beschadigd door bomtreffers de zuidelijke zw.mitr. opstelling was getroffen tijdens de beschieting, zonder ge volgen evenwel voor het personeel en het materieel. Het houten onderkomen in de nabijheid daarvan was eveneens getroffen en brandde af; de in de noordelijke en in de zuidelijke verspreide opstelling geplaatste vliegtuigen werden niet ontdekt en bleven onbeschadigd. De boerderij 'Rodenburg', gelegen plm. 500 m oost van 'Het Span' (de munitiebergplaats), kreeg een voltreffer en brandde geheel uit. Waren de geleden materiële verliezen dus zeer ernstig, althans voor de 4e Ja.V.A., de gevolgen van de bombardementen en beschietingen voor het moreel van de vliegtuigbemanningen en verdedigers van het vliegpark waren beslist niet minder. Het personeel van de 4e Ja.V.A., dat zich in en bij de vliegtuigen bevond, zocht overhaast een goed heenkomen. De chauffeurs van de Strat.Ver.V.A. en het in de legeringsbarak aanwezige personeel van de 7e Comp.Bew.Tr. vluchtten in paniek- voor een deel nog in nachtgewaad - de polder in, evenals een groot deel van het personeel van de sectie zw. mitrs. van de ie Comp.Bew.Tr., die was opgesteld aan de zuidoostelijke zijde van het vliegpark. Het overige personeel zocht dekking in de loopgraven bij het noordwestelijke en het noordoostelijke hoekpunt van het vliegpark en in slootranden. Het vluchtte voor een deel ook verder naar het bedekte terrein bij de Meerweg. Bij deze aanval sneuvelden twee soldaten, terwijl kapitein Lamers, een onderoffi cier en twee soldaten werden gewond. Na afloop van de aanval werden degenen, die naar de polder waren uitgeweken, verzameld in het bedekte terrein. De luchtdoelbatterijen en luchtdoelpelotons hadden onmiddellijk het vuur ge opend op de aanvallende vliegtuigen. De C.-i5e Bt.Lu.A. liet stukkenvuur af geven op de laagvliegende aanvallers. De waarneming werd echter zeer bemoei lijkt door de rookwolken van de brandende hangars en vliegtuigen. De Bt.G. 1 Na het tweede bombardement werden 5 a 6 vliegtuigen opgesteld aan de Hoeverweg; de overige op het landingsterrein. Er bestaat een foto met twee totaal vernielde vliegtuigen op het platform, nl. de nos. 331 en 333. De 331, waarvan een der motoren finaal doorschoten was, is op het plat form gebleven en bij een latere aanval vernield. 256

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 270