ie Luchtvaartregiment
De andere helft van deze compagnie bleef in reserve in haar kwartier in de Ursula-
school te Bergen.
De volgende morgen werden de vaten olie en de munitie uit 'Het Span' door het
detachement van het Ie Bataljon Luchtvaarttroepen vervoerd naar het terrein
van de villa 'Westerwolde' aan de Eeuwige Laan. De vliegtuigbommen werden op
geslagen in een boerderij aan de weg van 'De Fransman' naar Egmond aan de Hoef.
Personeel van de Xle Zl.Afd.tl. leverde tijdelijk een wacht bij 'Het Span', omdat
het vervoer - speciaal van de vliegtuigbommen - nogal veel tijd vorderde.
De C.-7e Comp.Bew.Tr., die zich na het eerste bombardement naar het vliegpark
spoedde, stuitte bij de Meerweg op van het vliegpark terugtrekkende groepjes
mannen van zijn eigen compagnie. Hij verzamelde deze groepjes en ontving kort
daarop van de vliegparkcommandant de opdracht met zijn compagnie de bezetting
van 'Karperton' te versterken. Zodra het bombardement en de beschietingen waren
afgelopen, liet hij het personeel, dat de polder in was gevlucht, verzamelen en
stelde zijn compagnie op als volgt
één sectie aan de westzijde van 'Karperton', tussen de sectie zw. mitrs.
één sectie, die reeds de oostzijde van 'Karperton' bezette, kreeg de opdracht ook
een deel van de zuidzijde in staat van verdediging te brengen
één sectie bleef op 'Karperton' in reserve. Deze sectie maakte in een iets later
stadium schuilloopgraven, terwijl zij 's nachts optrad als wacht.
Het personeel van de sectie zw. mitrs. van de ie Comp.Bew.Tr., dat bij de aanval
in de vroege morgen voor een groot deel was gevlucht, werd opnieuw in stelling ge
bracht en gesteld onder bevel van de C.-7e Comp.Bew.Tr. Omdat de bewakings
compagnieën - zoals reeds is vermeld - niet beschikten over pioniersmaterieel,
vorderde de vliegparkcommandant schoppen,waarna de verschillende onderdelen
gevechtsopstellingen konden maken.
Reeds vroeg in de morgen, vermoedelijk omstreeks 7.00, had de vliegparkcomman
dant zich telefonisch in verbinding gesteld met de Commandant van het Ie Depot
Bataljon, reserve majoor M.G.H. Linssen, die te Bergen verblijf hield en verzocht
hem om één van zijn compagnieën ter beschikking te willen stellen als versterking.
Dit verzoek grondde hij op het feit, dat - niettegenstaande de flinke houding der
luitenants - het moreel van het personeel van de 7e Comp.Bew.Tr. zeer was ge
schokt door het bombardement en de beschietingen. De depotcommandant stelde
258