ie Luchtvaartregiment luchtalarm. Dank zij de noeste arbeid van het technisch personeel waren een aan tal beschadigde vliegtuigen de volgende dagen weer gevechtsgereed, nl. de nos. 308,310, 321, 322, 325en3i8. De C.-Strat.Ver.V.A. verzamelde - na het bombardement - zijn afdeling bij de Meerweg en nam vervolgens het personeel en de voertuigen terug op zijn nieuwe commandopost in de Eeuwige Laan. Na overleg met de vliegparkcommandant liet de C.-i5e Bt.Lu.A. het peloton Bergen in de loop van de morgen van stelling veranderen. De drie vuurmonden van 2 tl. en de beide mitrs. M.25 van het peloton stelde hij tezamen op, plm. 100 m ten noorden van de 15e Bt.Lu.A. Dit gebeurde o.rn. als gevolg van de omstandigheid, dat de telefoonverbindingen van het peloton Bergen door het bombardement waren verbroken en door gebrek aan materiaal niet konden worden hersteld. De C.-XIe Zl.Afd.tl., die vanuit zijn commandopost de aanval op het vliegpark had waargenomen, gaf onmiddellijk aan een korporaal en aan een soldaat de opdracht een tankauto, die in één van de hangars stond en gevuld was met 3 700 liter ben zine, daaruit te verwijderen. Het gelukte beide mannen deze opdracht uit te voeren en zodoende te voorkomen dat de brand, die reeds in een aantal hangars woedde, nog meer onheil stichtte. Na overleg met de C.-XIe Zl.Afd.tl. en de C.-i5e Bt.Lu.A., bepaalde majoor Schlimmer dat de zoeklichten 's nachts niet meer mochten worden gebruikt, omdat de opstelling van de zes zoeklichten te ijl was voor een goede hulp aan de luchtdoel artillerie en voorts diende te worden voorkomen, dat de ligging van het vliegpark gedurende de duisternis door vijandelijke bommenwerpers zou worden ontdekt. Het is niet bekend, of er omtrent het verbod om zoeklichten te gebruiken, overleg is geweest met de C.-Lvd. en het is enigszins tragisch, dat men pas op dat moment tot de conclusie kwam, dat de opstelling van de zoeklichten te ijl was1. Voorts ontving het zoeklichtpersoneel de opdracht overdag in de opstellingen te blijven en dienst te doen als meldingspost tegen valschermtroepen. De vliegparkcommandant gaf tenslotte bevel aan alle commandanten ter plaatse, dat voortaan uitsluitend mocht worden gereageerd op de meldingen van deze posten. Zodoende trachtte hij de vele geruchten omtrent landingen van valschermtroepen de kop in te drukken. In de vroege morgen van 11 mei 1940 was de opstelling van de verschillende verde digingsorganen van het vliegpark als volgt 1 Gedurende de vijf oorlogsdagen zijn door de Luftwaffe boven Nederland geen nachtelijke aan vallen gedaan. 261

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 275