ie Luchtvaartregiment De taak van de beide secties, die ieder voor zich beschikten over een autobus, was tweeledig, nl. aanvallend optreden bij de landing van valschermtroepen en verde digend optreden bij de landing van vijandelijke vliegtuigen op het vliegpark. In het laatste geval moesten de secties stelling nemen aan de zuidelijke ringdijk. Om 20.30 werden de secties op de twee boerderijen ten noordoosten van hangar 1 afgelost door de reserve-secties. Tijdens de volgende gevechtsdagen bleef de opstelling van de ie Comp Bew.Tr. ongewijzigd en bleven de secties elkaar om 20.30 aflossen. Het is hier de plaats om de opstelling van de drie bewakingscompagnieën, zoals deze voor de vroege morgen van 11 mei was bevolen, nader in beschouwing te nemen. De beide secties zw. mitrs., één tirailleursectie van de 7e Comp.Bew.Tr. (opgesteld aan de oostrand van 'Karperton') en de twee tirailleursecties van de ie Comp.Bew. Tr., die waren opgesteld bij de twee boerderijen ten noordoosten van hangar 1, vormden met elkaar de binnenverdediging. De binnenverdediging van het vlieg park was dus geconcentreerd aan de oostzijde van het vliegpark. Deze binnenverde diging had een beveiliging in de rug, bestaande uit één tirailleursectie, die was op gesteld aan de oost- en aan de zuidoostzijde van 'Karperton'. Een buitenverdediging valt er in het totaal van de opstelling der beschikbare troepen niet te herkennen. De juist genoemde tirailleursectie, ter dekking in de rug van de binnenverdediging, kan men moeilijk als buitenverdediging aanmer ken. De vliegparkcommandant heeft zich - zonder rekening te houden met de in houd van de brief van de C.-Lvd., dd. 14 december 1939, Sectie Lv., no. 89781 - blijkbaar alleen laten leiden door de bewoordingen van de brief van de C.-Lvd., dd. 22 april 1940, Sectie Lv., no. 307 Z.G., die luidden:en dientengevolge het grootste gedeelte van de voor bewaking van het vliegpark beschikbare aantal mitrail leurs zodanig dienen te worden opgesteld, dat hiermede het landingsterrein zelf ge heel afdoende wordt bestreken, (prioriteit voor de binnenverdediging der halve) en voorts 'Tenslotte zal de verdediging van het vliegpark naar buiten niet geheel mogen worden veronachtzaamd, (de buitenverdediging blijkbaar van veel minder belang). In dit verband moet dan nog worden opgemerkt, dat het terrein rondom het vlieg park, nl. uitgestrekt vlak en open polderland zonder mogelijkheden voor dekking, de vijand beslist niet tot luchtlandingen zou uitlokken. De reserve-sectie van de 7e Comp.Bew.Tr. in handen van de betrokken C.C., zoude binnenverdediging moeten kunnen versterken en desgewenst als een beweeglijke buitenverdediging moeten kunnen optreden. Zij zou derhalve tenminste in de bin- 1 Zie hoofdstuk I, sub. i. 263

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 277