ie Luchtvaartregiment nenverdediging gevechtsopstellingen moeten bezitten. Deze waren echter niet aan wezig. Aan de noord-, de west- en de zuidzijde lag het vliegpark geheel onbeschermd. Het kon de indruk wekken, dat zulks aan de noordzijde niet het geval was, omdat de 4-Ie Dep.Bat. in de zuidelijke bedekte rand van Bergen was opgesteld. Deze com pagnie, die een frontbreedte had van plm. i 200 m was op een ongeveer even grote afstand verwijderd van de noordelijke begrenzing van het vliegpark. Zij maakte in hoofdzaak front naar het zuiden, doch kon geen vuur uitbrengen op het vliegpark. Omdat de compagnie, zoals reeds is vermeld, tot taak had de noordelijke verspreide opstelling, de 160e Bt.Lu.A. en het radiostation te beveiligen, was haar opstelling ondergeschikt gemaakt aan de ligging van deze objecten. Hierdoor was het haar niet mogelijk deel te nemen aan de directe verdediging van het vliegpark. Wel moest de compagnie met haar vuur het polderterrein kunnen beheersen, dat zich uitstrekte tussen haar opstelling en het vliegpark, maar deze opdracht had weinig zin, omdat eventueel in dit polderterrein neergekomen valschermtroepen in de eerste plaats de opdracht zouden hebben zich meester te maken van het vliegpark en zich pas in een later stadium zouden richten tegen het dorp Bergen e.o. Overigens vormde de compagnie een reserve in de hand van de vliegparkcommandant. Het had aanbeveling verdiend deze compagnie met b.v. drie secties op te stellen bij de noordzijde van het vliegpark en de noordelijke verspreide opstelling met de daar bij geplaatste 160e Bt.Lu.A. en het radiostation te laten beveiligen door één sectie. Wat voor zin had het eigenlijk de beide secties van de ie Comp.Bew.Tr. van 3.00 tot 11.30 op te stellen aan de west- en aan de oostzijde van de zuidelijke verspreide opstelling? De opdracht van de vliegparkcommandant aan de commandanten van deze secties om onmiddellijk offensief op te treden tegen valschermjagers, ge tuigt zonder twijfel van gebrek aan realiteitszin. Aan een dergelijk optreden in open polderland tegen geroutineerde en modern be wapende troepen waren - gelet op het dalend moreel en de ongeoefendheid van het personeel der bewakingstroepen toch zeker veel te veel risico's verbonden. De tweede taak van de secties hield in het versterken van het vuur van de voor de bin- nenverdediging aangewezen organen, zodra vijandelijke vliegtuigen op het vlieg park zouden landen. In een zodanig geval zouden zij dan stelling moeten nemen achter de zuidelijke ringdijk. Gesteld, dat deze vliegtuigen zouden landen, kort na het afwerpen van valscherm troepen, zoals o.m. was gebeurd op de vliegparken Ypenburg en Waalhaven, welke taak moest dan prevaleren? Het zou beter zijn geweest, indien de beide secties waren opgesteld in twee goed ingerichte sectiesteunpunten bij de zuidzijde van het vliegpark, b.v. bij 'Het Span' en bij 'Rodenburg', met het zuiden als hoofd-schoots- richting. De secties hadden dan tevens tot taak kunnen krijgen de bewaking van de vliegtuigen in de zuidelijke verspreide opstelling, een taak die thans was opge- 264

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 278