Ter inleiding 4 Die Heeresgruppe A, bei der der Schwerpunkt der Gesamtoperation liegen müsse - auch wenn aus Raumgründen zunachst vielleicht bei Heeresgruppe B mehr Divisionen eingesetzt werden könnten - müsse statt zwei Armeen deren drei erhalten'4. De 'Neufassung' week zeer veel af van het operatiebevel van 29 oktober 1939. De 'sterke noordelijke vleugel' werd verzwakt ten behoeve van de zuidelijke vleugel van het offensief, die met 'de stoot door het midden' de beslissing moest forceren in Noord-Frankrijk. Niet alleen ging nu het gros van de pantsertroepen naar Leger groep A, maar Legergroep B moest ook nog twee legers voor Legergroep A afstaan, nl. het 2e en het 4e Leger. Legergroep A verkreeg derhalve de beschikking over vier legers en het gros der pantsertroepen. De aanval op Frankrijk - volgens het 'Manstein-plan' - zou nu als volgt verlopen a Het 12e Leger zou - voorafgegaan door het 14e en het 19e Panzer-Korps - snel door de Ardennen oprukken en ten noorden van Sedan doorstoten naar de Sommemonding om in de rug te komen van de Brits-Franse troepen in België. b Het 4e Leger zou tussen Luxemburg en Luik naar het westen oprukken om de pantsertroepen en het 12e Leger ruimte te geven voor hun acties en de geallieerde strijdkrachten in de flank aan te vallen en terug te dringen. c Ten zuiden van het 12e Leger zouden-van noord naar zuid - het 2e en het 16e Leger door Luxemburg oprukken om de zuidelijke flank van 'de stoot door het midden' te dekken. Het 16e Leger moest de Maginot-linie afgrendelen tussen Sedan en de Duitse grens, terwijl het 2e Leger naar Sedan moest afbuigen om de vorming van een geallieerd afweerfront ten westen van deze stad en ten zuiden van de Oise onmogelijk te maken. Hoewel in deze nieuwe strategie het Nederlands grondgebied weer onbelangrijk werd, in zoverre het niet nodig was voor de doortocht der Duitse troepen, werd de opdracht tot snelle bezetting van Nederland toch in het operatiebevel opgenomen, waaruit blijkt dat Goering volledig zijn invloed bij Hitier en het opperbevel had herwonnen, hetgeen Nederland op 10 mei 1940 maar al te zeer zou ervaren. liggen. Om te verhinderen, dat de tegenstander met zijn reserves een gesloten afweerfront tot stand brengt, zal het er op aankomen een opmars van vijandelijke strijdkrachten tegen onze zuidelijke flank, misschien ter weerszijden van de Maas of tussen Maas en Oise, reeds in het beginstadium uiteen te slaan. 4 De Legergroep A, bij welke het zwaartepunt van de gezamenlijke operatie zal moeten liggen, zal in plaats van twee haar drie legers moeten verkrijgen, zelfs indien op grond van de ruimte in het begin bij Legergroep B misschien meer divisies ingezet zouden kunnen worden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 27