ie Luchtvaartregiment tuigen (nos. 303, 308 en 325) gevechtsgereed waren. Hierop ontving hij van deze commandant het bevel een detachement van één vliegtuig te sturen naar het vlieg- park Schiphol en een officier aan te wijzen als detachementscommandant. Hij be stemde hiervoor de G I, no. 308, die - bemand met tweede-luitenant-vlieger Jhr. B. Sandberg en dpi. sergeant-radiotelegrafist/staartschutter J. van den Breemer - omstreeks 10.00 van Bergen startte en tegen 10.15 landde op het vliegpark Schiphol. De beide andere vliegtuigen moesten een verkenningsvlucht maken naar het vlieg park Waalhaven en voorts de Nieuwe Hollandsche Waterlinie verkennen van Muiden tot Vianen. Omdat Waalhaven in de afgelopen nacht door de R.A.F. was gebombardeerd, kregen beide vliegers opdracht te rapporteren omtrent de bruik baarheid van het landingsterrein aldaar. Het moet omstreeks 9.00 zijn geweest toen de volgende patrouille van Bergen startte Fokker-G I.A ('Mercury'), no. 325. {res. ie lt.-vl. O. Thate, commandantdpi. sergeant-radiotelegrafistj staartschutter R.M. Coene). Fokker-G I.A ('Mercury'), no. 303. (res. 2e lt.-vl. P.C. Schoute; dpi. sergeant-radiotelegrafistjstaartschutter P.J. Lok). Na het volbrengen van hun opdracht, keerden de vliegers weer veilig op hun basis terug en rapporteerden aan de C.-4e Ja.V.A., dat het landingsterrein te Waal haven alleen nog bruikbaar was voor individuele landingen. De vliegers hadden - in afwijking van hun opdracht, die alleen de verkenning inhield op eigen initia tief nog een aanval gedaan op de op Waalhaven geparkeerde Ju's 52, waarvan zij er enkele in brand schoten. Kapitein Lamers gaf het resultaat der verkenning onmiddellijk door aan de G.-Lvd. en ontving omstreeks 10.10 van deze autoriteit opdracht om de gevechtsgerede G I vliegtuigen over te vliegen naar het vliegpark Schiphol. Zoals bekend, had de G.- Lvd. de D XXI vliegtuigen doen samenbrengen op het vliegpark Buiksloot om van daaruit te opereren. De Fokker G I ('Mercury') vliegtuigen werden nu dus gecon centreerd op het vliegpark Schiphol. Deze concentratie van de weinige overge bleven jachttoestellen binnen de Vesting Holland was ongetwijfeld een gevolg van het bevel van de O.L.Z., dat alle luchtstrijdkrachten beschikbaar moesten zijn voor de verdediging van het hart des lands. De reserve eerste-luitenant-vlieger H. Dill werd nu aangewezen als commandant van het detachement Schiphol. De kapitein Lamers had vier onherstelbare G I vliegtuigen afgestaan aan de vlieg- parkcommandant en deze werden als schijnvliegtuigen opgesteld op het landings terrein. Toen het vliegpark tussen 8.35 en 8.51 door vijandelijke jachtvliegtuigen 271

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 285