ie Luchtvaartregiment V.A., was de zware grondmist in de vroege morgen van 14 mei er de oorzaak van, dat niet om 3.30 kon worden gestart. De vijf G I'n konden pas tegen 7.00 vertrekken. Bij de start om 7.05 liep de G I.B ('Wasp'), no. 346 (Ottes en onbekende staart- schutter) - door een vastgelopen rem, waardoor één wiel werd geblokkeerd - om en botste tegen de G I.B ('Wasp'), no. 343. De 343 kon na deze botsing nog starten, maar de 346 moest op Schiphol achterblijven, zodat alleen de volgende vier vlieg tuigen de opdracht uitvoerden Fokker-G I.A ('Mercury'), no. 308. (res. ielt.-vl.A. van Oorschot, Cdt. - dpi. sergt.-rtg/staartschutter W.P. Wesly). Fokker-G I.A ('Mercury'), no. 322. (res. sergt.-vl. H. Hartkoren - dpi. sergt.-rtg/staartschutter J. van den Breemer) Fokker-G I.B ('Wasp'), no. 342. (res. 2e lt.-vl. F.G.B. Droste-dpi. sergt.-staartschutter J. Staal). Fokker-G I.B ('Wasp'), no. 343. 2e lt.-vl. G. Steen met onbekende staartschutter)1. In het opgegeven patrouillegebied namen de vliegers geen vijand waar. Na de lan ding van deze vier vliegtuigen om 7.57 bleek, dat twee vliegtuigen defecten ver toonden aan hun landingsgestel. Voorts had de 308 zo laag gevlogen, dat de pro- pellertips omgebogen waren2. Er was na deze vlucht dus nog maar één G I gereed voor een volgende opdracht. Toen de enig overgebleven gevechtsgerede G I om 10.45 'n combinatie met de vijf D XXI vliegtuigen van de gecombineerde ie en 2e Ja.V.A. - zou starten, bleek het toestel echter evenmin in orde te zijn. Er is op deze dag geen enkele G I meer ge- vechtsgereed gekomen. Nu het vliegpark Schiphol zowel door de 4e, als door de gecombineerde ie en 2e Ja.V.A. werd gebruikt, was er alle reden aan te nemen, dat de vijand door zijn luchtverkenningen spoedig op de hoogte zou zijn van de verhoogde activiteit op dit vliegpark. Daarom gaf de C.-Jachtgroep om 8.45 de waarschuwing, dat er rekening moest worden gehouden met een mogelijk luchtbombardement van het vliegpark en dat bij het onbruikbaar geraken van het landingsterrein moest worden geland op het vliegpark Ruigenhoek. Deze aanwijzing is vermoedelijk de reden, dat de C.-i Lv.R. aan de C.-4e Ja.V.A. opdracht gaf zijn commandopost te vestigen in Amstelveen en ook zijn personeel daar in te kwartieren. Het zal uit het hiervoren gestelde omtrent de 4e Ja.V.A. duidelijk geworden zijn, dat 1 Er bestaat ook nog de mogelijkheid, dat met de gevechtsgerede G.I.B. ('Wasp') vliegtuigen geen staartschutters meegingen, omdat deze vliegtuigen toch geen achterbewapening voerden. 2 Na het neerleggen der wapens heeft luitenant Van Oorschot dit toestel in de namiddag van die dag persoonlijk in brand gestoken. 281

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 295