ie Luchtvaartregiment om 3.00 niet in de hoogste graad van strijdvaardigheid verkeerde. Door de G.-Lvd. was deze graad van strijdvaardigheid ook niet bevolen, omdat deze afdeling af hankelijk was van opdrachten tot strategische verkenningen. Op genoemd tijdstip bevond het personeel der afdeling zich in zijn kwartier, ter wijl de tien gevechtsgerede G X vliegtuigen waren opgesteld in de noordelijke en in de zuidelijke verspreide opstelling, buiten het vliegpark. Drie C X'n en één G V vliegtuig waren in een der hangars geborgen voor revisie. Kort voor 4.00 opgeschrikt door het geronk van laag vliegende vliegtuigen, spoedig gevolgd door bomexplosies, het vuren der luchtdoelartillerie en der luchtdoelmi trailleurs, spoedde al het personeel van de afdeling zich naar het vliegpark. De afdelingscommandant, kapitein-vlieger-waarnemer J. van der Werff, trof bij de Meerweg reeds een groot deel van zijn personeel aan. Hij maakte onmiddellijk een einde aan het in het wilde weg in de lucht schieten door een aantal manschappen, verzamelde al het personeel in het bedekte terrein bij de Sluislaan en de Meerweg en stelde het onder bevel van enige officieren. Zelf begaf hij zich naar het vliegpark. Nog voor hij dit had bereikt, vielen vijandelijke jagers en bommenwerpers voor de tweede maal het vliegpark aan, waarop kapitein Van der Werff besloot de voor hem bestemde commandopost te gaan bezetten. Deze bevond zich buiten het vliegpark, in de Eeuwige Laan (Huize Westerwolde) Hij liet al het personeel hier verzamelen en liet appèl houden, waarbij bleek dat twee soldaten—wegens opgelopen verwondingen-naar een ziekeninrich ting waren afgevoerd. De luitenants Lewis en Van der Heiden begaven zich-met toestemming van de commandant - direct na het tweede bombardement per auto naar hangar 1waar de oorspronkelijke commandopost was geweest en waar in een aantal kamers de vliegkleding, de valschermen, de kaartentassen en andere uitrustingsstukken waren opgeborgen. Het bleek, dat het bureau-, het magazijns- en het legeringsgedeelte van deze hangar er vrij goed van waren afgekomen. Zij laadden hun auto vol met deze uitrustingsstukken en brachten ze in veiligheid. Zij werden door anderen ge volgd, waardoor het grootste gedeelte van de vlieguitrusting kon worden gered. De chauffeurs, die in een aanbouw van hangar 4 waren gelegerd, waren aanvanke lijk onder achterlating van hun militaire uitrusting en persoonlijke eigendommen - in paniek de polder ingevlucht. Later begaven zij zich naar het dorp Bergen, waar de auto's van de afdeling waren geparkeerd. De tien in de verspreide opstellingen geplaatste C X vliegtuigen waren volkomen onbeschadigd. Zij waren door de vijand blijkbaar niet ontdekt. De drie voor re visie in hangar 1 geplaatste G X vliegtuigen (de nos. 704, 707 en 710) waren ver nield, terwijl het G V 'manche'-vliegtuig was beschadigd. Door de gezamenlijke inspanning kwam de nieuwe commandopost spoedig in 286

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 300