ie Luchtvaartregiment
Fokker-CX, no. 712.
res. sergt.-adsp.res.off.-vlieger R.M. van Luijk - res. 2e It.-wrn. G.H. Salome
Fokkex--C X, no. 711
(2elt.-vl. H.C. Asjes-res. 2e It.-wrn. H.A.M. van der Heyden)
Na een afzonderlijke start omstreeks 16.40 zouden de vliegers verzamelen boven
het Alkmaarder meer. De leider van het verband (Hoytema van Konijnenburg in
de 705) startte echter niet, ditmaal omdat de achtermitrailleur weigerde. Zijn op
volger (Asjes in de 711) landde daarop om te informeren, wat er aan de hand was.
Om verder tijdverlies te voorkomen formeerden de reeds gestarte nos. 713, 714 en
712 zich opnieuw.
Zij vlogen op lage hoogte via Schiphol en Gouda naar de Moerdijk, waar het ver
band werd verbroken en de waarnemers in meerdere runs - van een hoogte van
plm. 300 m - telkens één bom wierpen op de veldversterkingen. Vervolgens werden
deze doelen gemitrailleerd. Laag vliegend keerden de drie bemanningen om
streeks 18.00 op hun basis terug.
De opvolgend commandant van het oorspronkelijke verband (Asjes), die na de
start weer was geland, startte opnieuw om alsnog de opdracht uit te voeren. In de
omgeving van Alblasserdam en Dordrecht ontmoette hij de drie reeds eerder ver
trokken vliegtuigen. Asjes' waarnemer (Van der Fleyden) wierp zes bommen op
twee veldversterkingenvan de overige twee bommen weigerde het afvuurmecha-
nisme. Na het bombardement keerde de vlieger in Hubobé-stijl naar het vliegveld
Bergen terug, waar hij omstreeks 18.30 landde1.
Tijdens hun vlucht hadden de bemanningen verschillende vijandelijke vliegtuig-
verbanden waargenomen, zonder echter zelf te worden opgemerkt. De 'Hubobé-
stijl had dus in de harde oorlogspraktijk haar waarde bewezen.
Aan het einde van de eerste oorlogsdag werden twee vliegtuigen (nos. 708 en 709)
als verloren uit de sterkte afgevoerd, maar de bemanningen van deze vliegtuigen
waren ongedeerd gebleven en hadden zich in de namiddag bij hun commandant
teruggemeld. Ongetwijfeld had de Strat.Ver.V. A. de vijand meer schade aan lucht-
vaartmaterieel toegebracht dan zijzelf had geleden.
Op 11 mei ontving de C.-Strat.Ver.V.A. geen operationele opdrachten en volgens
de bewaard gebleven verslagen werden de gehele dag en de daarop volgende
nacht besteed aan het herstellen van de beschadigde vliegtuigen. Deze werkzaam
heden vonden vanzelfsprekend plaats in de verspreide opstellingen en geschiedden
dus onder veel ongunstiger omstandigheden dan wanneer zij in een hangar zou
den zijn uitgevoerd, met de daarin aanwezige outillage. Door luchtalarm en twee
bombardementen moesten de herstelwerkzaamheden verschillende keren worden
1 Van de C.-6e Grens Bataljon werd later vernomen, dat het bombardement effect had gesorteerd.
293