ie Luchtvaartregiment rivieren - niet meer mogelijk waren en ook niet plaats vonden. De Strat.Ver.V.A. kon daarom weer beschikbaar blijven voor haar eigenlijke taak, het verrichten van strategische verkenningen. In de loop van de 12e mei moet dan opnieuw besloten zijn de afdeling als bombar dementseenheid in te zetten, omdat - in verband met de voortgaande landingen op en bij Waalhaven en de slechter wordende toestand in de Grebbelinie - inzet van bombardementsvliegtuigen meer urgent was dan het doen van verkenningen. Het uitblijven van opdrachten tot de middag van de 12e mei is dan verklaarbaar, indien wordt aangenomen, dat er zich in die periode geen gelegenheid voor het ver richten van strategische verkenningen heeft voorgedaan. In de loop van 12 mei ontving de C.-Lvd. van de O.L.Z. het zeer dringende telex bericht, dd. 12 mei 1940, Afd. Landmacht, Sectie I B, no. 45, luidende 'vliegveld waalhaven is in vijandelijke handen, van essentieel be lang is, dat waalhaven en parkeerterrein stadion feijenoord, waar de duitsers een nieuw vliegveld inrichten, onverwijld door luchtstrijd krachten wordt gebombardeerd, ik verzoek u hiervoor bemiddeling te verlenen'. Op grond hiervan gafhij om 10.05 aan de G.-Strat.Ver.V.A. telefonisch het volgen de bevel 'Order aan C.-1-I-1 Lv.R. Bombardeer - zo spoedig mogelijk - Waal haven en parkeerterrein stadion Feijenoord, waar Duitsers vliegveld inrichten. Zes vliegtuigen ieder 8 bommen a 50 kg vertraagd. Bescher ming door alle beschikbare D XXI vliegtuigen. U is commandant. Voor bescherming in rechtstreeks overleg treden met C.-1-II-1 Lv.R. (Buiksloot). Bericht verzocht, wanneer ongeveer start en bombarde ment plaats vindt' Naar aanleiding van dit bevel wees kapitein Van der Werff zes bemanningen aan, die in twee afzonderlijke verbanden van drie vliegtuigen Waalhaven en het par keerterrein zouden bombarderen, en wel als volgt I Verband parkeerterrein stadion Feij enoord Fokker-C X, no. 713. res. ie lt.-vl. J. Pleij, escadrille-commandant verband I - res. 2e It.-wrn. R.B. Lewis). 295

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 309