3°4 ie Luchtvaartregiment hulpvliegveld Vogelenzang. Om 9.15 had hij de C.-IIIe Verk.Gr., die tevens vliegparkcommandant was van Ruigenhoek, de volgende opdracht gegeven 'Het plan bestaat de C X'n na landing op Ruigenhoek te dirigeren op Vogelenzang. Vogelenzang is versperd en het is niet bekend of aldaar voldoende bewakingstroepen aanwezig zijn. Stel U in verbinding met C.-Westfront Vg.H. en onderzoek of voldoende bewakingstroepen op Vogelenzang kunnen worden gereed gesteld en hoe lang het duurt eer op Vogelenzang een landingsbaan kan zijn vrijgemaakt. Resultaat mij onverwijld te berichten'. Om 9.50 berichtte de C.-IIIe Verk.Gr. de C.-Lvd. telefonisch: 'Op Vogelenzang 1 sergeant en 14 man bewakingstroepen aanwezig; Westfront kan geen man meer missen'. Om 11.15 gaf de G.-Lvd. aan de oudste aanwezige officier van de Strat.Ver.V.A. de volgende opdracht 'Verken onverwijld met twee G X'n (ieder afzonderlijk) 1 of voorbereidingen door de vijand tot rivierovergang over de Noord, Lek, Nieuwe Maas en Maas worden getroffen tussen Kinderdijk (inb.) en Kralingse Veer (inb.) 2 of troepencolonnes oprukken van zuid naar noord of van zuid naar noordoost in het vak Krimpen aan de Lek - Kinderdijk - Rijsoord - Barendrecht - Kralingse Veer - Krimpen aan de Lek. Onmiddellijk opdracht uitvoeren. Resultaat onverwijld aan C.-Lvd. melden'. De C.-IIIe Verk.Gr., die deze telefonisch gegeven opdracht aannam, achtte het echter raadzaam om zelf de leiding te nemen en zelf de bemanningen aan te wij zen, omdat de G.-Strat.Ver.V.A. nog was aangekomen. Hij vroeg vrijwilligers voor het uitvoeren van de opdracht, waarop zich twee bemanningen aanboden, nl. één van de Strat.Ver.V.A. en één van de Ille Verk.Gr. Kort na elkaar startten tussen 12.00 en 1215 de volgende vliegtuigen Fokker-C X, no. 706. res. sergt.-adsp.res.off-vlieger R.M. van Luijk - res. 2e It.-wrn. J.H.M. ten Holder). Fokker-C X, no. 700. res. ie lt.-vl. H. Linschoten en res. 2e It.-wrn. Jhr. J.E. van Panhuys, beiden van de Ille Verk.Gr.).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 318