3°5 ie Luchtvaartregiment Tegen 13.30 landde de no. 706 weer op Ruigenhoek. De officier-waarnemer (Ten Holder) bleek toen licht gewond te zijn, terwijl de olietank van het vliegtuig was lek geschoten. Na de start was de vlieger (Van Luijk) op lage hoogte via Gouda naar Krimpen aan de Lek gevlogen. Aan de bemanning was opgedragen het riviervak Krimpen aan de Lek - Kralingen te verkennen. Brugslag of een poging daartoe nam zij niet waar. Omdat de verkenning door de lage vlieghoogte werd bemoeilijkt, had de vlieger ge leidelijk meer hoogte genomen. Bij Oosterdam ontwaarde de waarnemer een vij andelijke autocolonne van plm. 15 auto's en een aantal pantserwagens. Even ten oosten van het Feijenoordstadion ontdekte hij een ongeveer gelijksoortige colonne. De no. 706 werd zowel door de eerste als door de laatst waargenomen colonne onder vuur genomen, met het reeds vermelde gevolg. De no. 700 voerde haar verkenning uit op veel grotere hoogte, werd daardoor al spoedig door vijandelijke jagers ontdekt en moest toen uitwijken naar het zuid westen. Bij het vliegpark Vlissingen nam de bemanning een aantal lesvliegtuigen waar van de daar gevestigde vliegschool, die in de richting van België vlogen. Zij sloot zich bij deze vliegtuigen aan en landde om 14.30 te Marque bij Calais. Op 15 mei werd doorgevlogen naar Cherbourg en op 16 mei naar Caen, waar de be manning het toestel - na overdracht aan de Franse vliegveldcommandant - op 22 mei achterliet, toen zij naar Groot-Brittannië vertrok. De bemanning keerde pas in 1945 op vaderlandse bodem terug. Kort na het vertrek van de beide C X'n kwam kapitein Van der Werff op het vliegpark Ruigenhoek aan. Onderweg had hij de eerste autocolonne ontmoet. De commandant van deze colonne had hij opdracht gegeven om zijn auto's - gedekt in een bosrand - bij Vogelenzang op te stellen. Met een autobus, die de C.-IIIe Verk.Gr. hem ter beschikking stelde, liet hij zijn personeel van het vliegpark Ruigenhoek vervoeren naar Bennebroek en daar in kwartieren. Hij bepaalde de plaats van zijn commandopost en stelde zich op het gemeentehuis telefonisch in verbinding met de C.-Lvd. Omstreeks 17.00 bereikte hem het bericht, dat de wapens moesten worden neerge legd. Na bevestiging van dit bericht te hebben verkregen en de order van de C.-Lvd. te hebben ontvangen om de vliegtuigen en de wapens te vernietigen, liet hij het per soneel van zijn afdeling verzamelen en sprak het toe. De wapens liet hij innemen en mèt het nog aanwezige materieel onbruikbaar maken. Telefonisch verzocht hij de C.-IIIe Verk.Gr. de vliegtuigen van zijn afdeling te verbranden en - met uitzonde ring van de Fokker-C X, no. 705 - gebeurde dat nog dezelfde avond. Met laatstgenoemd toestel weken om 20.15 reserve eerste-luitenant-vlieger E.M. Hoekstra van de He Verk.Gr. en reserve kapitein-waarnemer C.G.R. van Marce- lis Hartsinck van de Ille Verk.Gr. uit naar Zeeland. Zij landden op het strand te Zoutelande en vlogen op 15 mei naar Duinkerken, waar zij het vliegtuig achter-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 319