3°7 ie Luchtvaartregiment Ver.V.A. heeft gelegen, dat er niet méér werd bereikt. Wellicht is het daarom hier de plaats om enkele vragen te stellen, die zich bij het beschouwen van de bereikte resultaten onwillekeurig aan de lezer hebben opgedrongen. Het stellen van deze vragen houdt echter geenszins een verwijt in aan het adres van de Strat.Ver.V.A., want zij hadden - eventueel in andere vorm - ook bij andere vliegtuigafdelingen kunnen worden gesteld. Zij hebben in het bijzonder betrekking op het gebruik, dat de O.L.Z. en de C.-Lvd. hebben gemaakt van het aanwezige vliegtuigmaterieel en worden hier gesteld, omdat juist deze afdeling voor andere taken werd ingezet dan waarvoor zij was bestemd. a Waarom heeft de Strat.Ver.V.A. op 11 mei geen enkele opdracht ontvangen? b Waarom ontving zij na 10 mei haar eerste opdracht pas in de namiddag van 12 mei, waardoor zij anderhalve dag praktisch werkloos bleef? c Waarom werd de zo effectieve aanval van 10 mei op het zuidelijke Duitse brug genhoofd bij de Moerdijkbruggen niet nog verschillende keren herhaald op 11 en 12 mei, eventueel met medewerking van de vliegtuigen van andere afdelingen? In voorgaande bladzijden is reeds getracht op de vragen a en b een antwoord te geven, dat zeer waarschijnlijk de kern raakt. De omstandigheid dat men de Strat. Ver.V.A. zo lang mogelijk als verkenningsafdeling wilde handhaven, geeft echter voor het feit dat men de afdeling meer dan anderhalve dag 'op de grond' hield niet meer dan een verklaring. Blijkbaar werd het besluit de afdeling definitief als ge vechtsafdeling in te zetten genomen in de middag van 12 mei, omdat 'het vliegveld Waalhaven in vijandelijke handen was'1. Dat laatste was echter reeds op 10 mei bekend. Waarom dan met het inzetten van de Strat.Ver.V.A. gewacht tot de 12e mei? Het antwoord daarop luidt: 'Omdat de Bom.V.A. op de 10e en de 1 ie mei de bombardementsopdrachten uitvoerde, maar daarbij zoveel vliegtuigen had ver loren, dat zij op 12 mei als bombardementseenheid praktisch opgehouden had te bestaan'. Haar taak moest toen noodgedwongen door de Strat.Ver.V.A. worden overgenomen. Het antwoord op vraag c kan slechts luiden: 'Omdat de vliegtuigen meest werden ingezet bij de Grebbestelling, aangezien de handhaving van deze stelling een pri maire eis was'. Voor het behoud van het belangrijkste deel van ons land moest aan de instand houding van de Grebbestelling veel waarde worden gehecht en het was vanzelf sprekend, dat men daaraan alles trachtte te doen. Wat had het echter voor zin uit alle macht te trachten de 'voordeur' (Grebbestelling) dicht te houden, terwijl de 1 Zie het telex-bericht, dd. 12 mei 1940, Afd. Landmacht, Sectie I B, no. 45, hiervoren in dit hoofdstuk onder sub d opgenomen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 321