316
2e Luchtvaartregiment
Daarenboven was de dienst van het personeel der bewakingscompagnie niet ge
regeld overeenkomstig de orders van de C.-Lvd., wat tot gevolg had dat één derde
gedeelte van dit personeel zich te bed bevond, toen het vliegpark in de vroege
morgen van i o mei 1940 werd aangevallen.
Zoals vermeld, had de vliegparkcommandant op 10 mei omstreeks 1.00 al het per
soneel van de verkenningsgroep laten alarmeren. De officier van piket had het
kort daarop niet verantwoord geacht het piket onder deze omstandigheden te
laten blijven in de vliegtuigtent, die geen enkele dekking bood. Na de alarmering
had hij het daarom stelling laten nemen in het bedekte terrein aan de noordrand van
het landingsterrein.
Om 3.00 was de commandopost van de verkenningsgroep volledig bezet en werd
er geluisterd naar de berichten van de luchtwachtdienst, terwijl het luchtvarend
en het technisch personeel zich in het algemeen ophield op of bij het vliegpark. De
wachtgroep der bewakingscompagnie had alle mitrailleuropstellingen van de
compagnie bezet. Majoor Van der Zanden en een aantal officieren hadden zich
kort vóór 4.00 in het casino verzameld.
Omstreeks 4.00 hoorde men boven het vliegpark het geronk van vliegtuigmotoren.
Omdat het enigszins heiïg was, konden de vliegtuigen zelf niet worden waarge
nomen. Het monotone geronk had ongeveer een kwartier geduurd, toen plotseling
uit westelijke richting een Me iog in glijvlucht met zijn boordwapens de vliegtuig
tenten aanviel. Het was toen ongeveer 4.201.
Het toestel werd gevolgd door zeven andere vliegtuigen van hetzelfde type, die de
een na de ander de zich duidelijk aftekenende doelen in het noordoostelijke hoek
punt van het vliegpark met hun 2 cm kanonnen onder vuur namen. Ook de mi-
crailleuropstellingen aan de noordrand werden aangevallen, terwijl van de drie
vliegtuigen, die naar het vliegpark werden gebracht, het voorste (een FK 51), dat
juist ter hoogte van het casino was aangekomen, onherstelbaar werd beschadigd.
De gehele aanval duurde ongeveer 1 o a 15 minuten.
Bij het begin van de aanval werden de vóór de hangar opgestelde twee lt.mitrs. be
zet door vrijwilligers, die onmiddellijk het vuur openden op deze laag overvliegende
vijandelijke toestellen. De bedieningen van deze mitrs. bleven vuren tot zij al hun
munitie hadden verschoten.
Met één van de in de oostelijke rand van het landingsterrein opgestelde lt.mitrs., die
door de bediening uit haar opstelling werd genomen, werd eveneens deelgenomen
aan het vuren op de aanvallende vliegtuigen. Ook met geweren werd er op de aan
vallers geschoten.
1 Dit tijdstip is in mei 1940 door de vliegparkcommandant genoteerd; andere bronnen vermelden
3.50 en 4.00.