2e Luchtvaartregiment Wageningen werden de aanvallers, die nu op i ooo m hoogte vlogen, door Duitse luchtdoelbatterijen onder vuur genomen. Nadat de escadrille-commandant zich had georiënteerd, vloog de vlieger op zijn aanwijzingen op enige door hem ontdekte doelen aan. Hierbij werd het commando vliegtuig in de motor getroffen. Om zijn snelheid te behouden, zette de vlieger de 612 in een duikvlucht in de richting van de eigen linies. Tijdens de duik wierp de waarnemer zijn vier bommen (elk 25 kg) af. De motor werkte gelukkig nog, zij het sputterend. Ter hoogte van de eigen front lijn gekomen, werd het vliegtuig opnieuw onder vuur genomen, maar nu door eigen troepen. Direct daarop sloeg de motor af. De vlieger zag kans het vliegtuig bij Echteldaan de grond te zetten. Tijdens de landing had de waarnemer (Van Meel) de tegenwoordigheid van geest de C.-Ie Verk.Gr. via de radio nog te berichten, dat de C V, no. 612, een noodlanding moest maken. De vliegers van de C V'n, nos. 646 en 650 (Klinkhamer en Zuger) hadden aan vankelijk het leidende vliegtuig in zijn duikvlucht gevolgd, niet wetend dat het was getroffen. Toen dat toestel echter in de richting van de eigen linies ging vliegen, zetten zij hun aanval niet door. De waarnemer van de vierde G V, no. 594 (Honig) wierp zijn bommen in het door de vij and bezette gebied De G X, no. 719, die geen bommenrekken had en derhalve niet met bommen was uitgerust, was vanzelfsprekend voor een ander doel ingezet De bemanning van dit toestel nam met de mitrailleurs de kunstweg tussen Grebbe- berg en Wageningen onder vuur. Tenslotte landden dus vier verkenners, waarvan twee (nos. 646 en 650) nog met hun bommen aan boord, alsmede drie D XVII'n op het vliegveld Soesterberg. Hierbij werd de G V, no. 650 ernstig beschadigd, doordat het vliegtuig tijdens zijn uitloop tegen één van de betonnen obstakels botste. Een der bemanningsleden bracht de G.-Ie Verk.Gr. daarna telefonisch verslag uit omtrent de niet zo succesvol verlopen vlucht. Majoor Van der Zanden had intussen om 17.30 van de C.-Stg.Hd. de order ont vangen voorbereidingen te treffen voor het vertrek van de Ie Verk.Gr. naar elders en voor de vernieling van het vliegpark. Hij droeg daarom de bemanningen van de vier verkenners op voorlopig op het vliegpark Soesterberg te blijven. Daarna trof hij alle maatregelen voor het vertrek van de verkenningsgroep en liet bij het lan dingsterrein vijf motorploegen opstellen, waarmee dit terrein op nader bevel moest worden omgeploegd. De door de C.-Stg.Hd. gegeven opdracht tot ontruiming van het vliegpark Midden- meer vond zijn oorzaak in de eerdergenoemde order van de O.L.Z. tot ontruiming van de provincie Noord-Holland ten noorden van het Noordfront van de Vesting Holland, m.u.v. het gebied van de Stelling van Den Helder. 328

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 342