2e Luchtvaartregiment In een telefonisch onderhoud werd de C.-Ie Verk.Gr. door de C.-2 Lv.R. medege deeld, dat zijn onderdeel zou worden verplaatst naar het hulpvliegveld De Zilk bij Hillegom. Omdat de ligging van dit vliegveld niet bij zijn vliegers bekend was, droeg de C.-2 Lv.R. hem op twee FK 51'n voorlopig naar het vliegpark Ruigen- hoek te dirigeren. De twee toestellen vertrokken om 18.00. Slechts een van beide bereikte zijn doel, het andere moest een noodlanding maken bij Voorhout. Na veel getelefoneer met de C.-Lvd., de C.-Stg.Hd. en de C.-2 Lv.R. ontving de C.-Ie Verk.Gr. tenslotte van de C.-Lvd. de opdracht het landingsterrein van Middenmeer niet te laten omploegen, doch te versperren en vervolgens met zijn verkenningsgroep te vertrekken naar De Zilk. De twee secties van de ne Dep. Comp.Bew.Tr. bleven onder bevel van de C.-Stg.Hd. - belast met de bewaking en de eventuele uitvoering van de vernieling van het landingsterrein - op Middenmeer achter. Het vertrek van de groep vond plaats op 13 mei om 1.30 en omstreeks 7.00 werd de nieuwe standplaats bereikt. De Ie Verk.Gr. betrok hiermede haar derde stand plaats binnen vier dagen. Daar zij geen gelegenheid had gehad het hulpvliegveld tevoren te verkennen, noch ook kwartiermakers vooruit te zenden, vergden de groepering der onderdelen, alsmede de legering en de verpleging meer tijd dan normaal het geval zou zijn geweest. Spoedig na aankomst deelde de C.-Ie Verk.Gr. de vliegparkcommandant van Soesterberg telefonisch mede, dat zijn groep op De Zilk was aangekomen en dat de sinds de vorige avond op Soesterberg aanwezige vier verkenningsvliegtuigen naar hun nieuwe standplaats moesten komen. Drie van de vier vliegtuigen, t.w. de nos. 594, 646 en 719, werden overgevlogen en streken om 11.00 op het vliegpark De Zilk neer. De no. 650 bleef op Soesterberg achter. De opstelling van de verschil lende onderdelen der verkenningsgroep op de nieuwe basis is op de kaart van De Zilk weergegeven. De bemanning van de bij Echteld neergekomen G V, no. 612 ondervond onderweg veel moeilijkheden. Gekleed als zij waren in vliegeroveralls en voorzien van de uit het vliegtuig meegenomen achtermitrailleur en de bommenrichtkijker, werden zij herhaaldelijk aangehouden, omdat men hen voor Duitse valschermjagers aan zag. Zij kwamen dan ook pas in de vroege morgen van 13 mei in Zeist aan, waar zij van de C.-2 Lv.R. opdracht kregen zich naar het voormalige vliegpark Hilversum te begeven en verslag uit te brengen over de beschadigde vliegtuigen, die daar op 1 o mei waren achtergelaten. Met de hulp van een burger-automonteur gelukte het hun nog dezelfde dag een van de C V'n te herstellen, doch een in de namiddag opgekomen zware grond mist belette het overvliegen van het toestel naar De Zilk. Toen deze mist ook in de morgen van 14 mei nog niet was opgetrokken en de C.-6e Comp.Bew.Tr. het niet 329

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1970 | | pagina 343